1.
Ophangingen
2.
Schroeven
3.
Montagebeugel
4.
Rubberen stop
5.
Vlotterschakelaar met beugel en montageschroef
6.
Afsluitdeksel voor pomp
7.
Opvoerhaspel
8.
Vlieshouder
9.
Vliesrol
10. Motor
11. Drijfstang
12. Filterhuis
13. Filterelement
De ophangingen (1) moeten op het filterhuis (12) worden gemonteerd volgens de gewenste positie in het
filterreservoir. U kunt het filter met de smalle kant bevestigen, in welk geval de ophangingen rechtstreeks op
het filterhuis worden geschroefd, of met de brede kant. In dit geval worden eerst de twee montagebeugels (3)
op de filterbehuizing geschroefd met de verzonken schroeven. Hieraan worden vervolgens de ophangingen
bevestigd. Het filter moet ca. 9 - 10 cm in het water worden ondergedompeld, zodat er voldoende
ruimte overblijft tot aan de vlotterschakelaar (fig. 2). De rand van het filterhuis moet lager zijn dan
de glasrand van het filterbekken, zodat er bij een defect geen water uit het filterhuis naast het
filterbekken kan lopen. Het is ook belangrijk dat de vliesrollen niet tegen een glasrand rusten (Fig.
7). Houd er rekening mee dat de rol op de rol iets dikker is dan in ongebruikte toestand. Openingen
met schroefdraad op de filterbehuizing die niet nodig zijn, worden afgedicht met de meegeleverde rubberen
pluggen (4).
Afb. 2: Vlotterschakelaar monteren (in hoogte verstelbaar met een schroef)
Afb. 3: Fleece bevestiging
21