Hisense Hi-Therma Serie Manual De Instalación Y Mantenimiento página 192

ALGEMENE INFORMATIE
1 ALGEMENE INFORMATIE
1.1 ALGEMENE OPMERKINGEN
• Deze handleiding geeft een beschrijving en aanvullende
informatie die gelden voor zowel de airconditioner met
warmtepomp die u gebruikt als voor andere modellen.
• Deze handleiding vormt een onderdeel van het
airconditionersysteem met warmtepomp en dient bij het
systeem te blijven.
• Geen enkel deel van deze publicatie mag worden
gereproduceerd, gekopieerd, opgeslagen of overgedragen
in welke vorm of formaat ook, zonder de toestemming van
Hisense.
• In het kader van haar beleid om haar producten continu te
verbeteren, behoudt Hisense zich het recht voor om op elk
moment wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande
kennisgeving en zonder de noodzaak om deze wijzigingen
te introduceren in eerder verkochte producten. Derhalve kan
dit document wijzigingen hebben ondergaan gedurende de
levensduur van het product.
• Tengevolge hiervan verwijzen sommige beelden of gegevens,
opgenomen in dit document ter illustratie, niet altijd naar
specifieke modellen. Klachten op basis van gegevens,
illustraties en beschrijvingen in deze handleiding worden niet
geaccepteerd.
• Deze airconditioner met warmtepomp is ontworpen voor de
volgende kamertemperaturen. Gebruik de airconditioner
binnen het aangegeven bereik.
Ruimteverwarming
Buitenunit Warmwaterketel
Koelen van ruimtes
DB: Droge Bol
• Controleer dit product bij ontvangst op eventuele beschadigin-
gen tijdens transport. Meld schriftelijk zichtbare of verborgen
beschadigingen direct aan de vervoersmaatschappij.
• Controleer het modelnummer, de elektrische kenmerken
(voeding, spanning en frequentie) en de accessoires om te
zien of deze kloppen.
• Het standaardgebruik van de unit wordt in deze instructies
beschreven. Ander gebruik van de unit dan in deze instructies
wordt beschreven, wordt afgeraden. Neem in voorkomende
gevallen contact op met uw plaatselijke leverancier.
• Raadpleeg uw leverancier of Hisense servicecentrum bij
vragen.
1.2 ALGEMENE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Opmerking: Servicewerkzaamheden mogen alleen de
•
aanbevelingen van de fabrikant worden uitgevoerd.
• Kwalificatie van de medewerkers
Waarschuwing: Alle werkzaamheden die gevolgen hebben
voor de veiligheidsmiddelen, mag alleen worden uitgevoerd
door bevoegde personen.
•
•
•
•
Min. Max.
-25 °C DB 35 °C DB
-25 °C DB 40 °C DB
5 °C DB 46 °C DB
•
•
1
Voorbeelden van dergelijke werkzaamheden zijn:
- het koelmiddelcircuit openen.
- verzegelde onderdelen openen.
geventileerde behuizingen openen.
-
Informatie over reparaties
Voer voordat u aan systemen werkt de nodige
-
veiligheidscontroles uit om het risico op brand tot een
minimum te beperken.
Werkzaamheden moeten volgens een vaste procedure
-
worden uitgevoerd om het risico op lekkage van
brandbare gassen of dampen te voorkomen.
Werk niet in gesloten ruimtes. Het gebied rond de
-
werkvloer moet worden afgebakend. Zorg ervoor dat de
ruimte veilig is gemaakt door alle brandbare materialen
te beheren.
Koelmiddel controleren
- Controleer de ruimte met een gepaste
koelmiddeldetector voor en tijdens het werk. Het
gasdetectieapparaat moet geschikt zijn voor alle soorten
koelmiddelen die kunnen worden gebruikt, m.a.w. geen
vonken, correct verzegeld of intrinsiek veilig.
Houd een brandblusser bij de hand
- Als laswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd, stel
dan gepaste brandblussers ter beschikking. Voorzie een
brandblusser met droog poeder of CO
u het koelmiddel bijvult.
Geen ontstekingsbronnen
Alle mogelijke ontstekingbronnen, waaronder sigaretten,
-
moeten op voldoende afstand worden gehouden
van de plek waar installatie-, reparatie-, demontage-
en afvoerwerkzaamheden worden uitgevoerd.
Voorafgaande aan de werkzaamheden moet het gebied
rond de apparaten worden gecontroleerd op brand- en
ontstekingsgevaar. Breng borden met "Roken verboden"
aan.
Geventileerde ruimte
Zorg ervoor dat de ruimte waar u gaat werken open is of
-
voldoende geventileerd is voordat u het systeem open
maakt of laswerk uitvoert. De werkplek moet gedurende
de werkzaamheden geventileerd blijven. De ventilatie
moet alle vrijgekomen koelmiddel wegblazen, het liefst
naar buiten.
Koelsysteem controleren
Elektrische componenten moeten altijd worden
-
vervangen door componenten die overeenkomen met
het doel en de specificaties.
Neem altijd de onderhouds- en service-instructies van
de fabrikant in acht. Neem in geval van twijfel contact op
met de technische dienst van de fabrikant.
Installaties moeten op de volgende punten worden
gecontroleerd:
Het volume moet afgestemd zijn op de afmetingen van
-
de kamer waarin de koelmiddelhoudende onderdelen
worden geïnstalleerd.
De ventilatiemachine en -uitlaten moeten correct werken
-
en mogen niet geblokkeerd zijn.
- Als een indirect koelmiddelcircuit wordt gebruikt, moet
het tweede circuit op koelmiddellekken worden.
op de plaats waar
2