Schoonmaken En Onderhoud - Philips HD6372/94 Manual Del Usuario

NEDERLANDS
40

Schoonmaken en onderhoud

Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen en -materialen, omdat u hiermee de
antiaanbaklaag van de roosters beschadigt.
1 Zet de bedieningsknop op de uit-stand en haal de stekker uit het stopcontact (fig. 9).
2 Laat het apparaat 15 minuten afkoelen (fig. 11).
3 Verwijder overtollige olie met een stuk keukenpapier van het rooster voordat u het rooster
verwijdert om schoon te maken.
4 Til het rooster aan de handgrepen uit de voet (fig. 12).
5 Schuif de lekbak uit het onderstel (fig. 13).
Opmerking: De lekbak kan slechts op één manier uit het onderstel worden geschoven.
6 Laat het rooster en de lekbak weken in heet water met een beetje afwasmiddel of druppel
wat citroensap over het rooster. Op deze manier weekt u aangekoekte etensresten en vet los.
7 Maak de voet schoon met een vochtige doek.
8 Maak het rooster en de lekbak schoon met een zachte doek of spons en warm water met
een beetje afwasmiddel, of in de vaatwasmachine.
9 Droog het rooster en de lekbak af.
10 Zet het apparaat weer in elkaar.
Opmerking: Zie de aparte schoonmaaktabel voor verdere instructies.
Onderhoudstip:
- Voor aangekoekte etensresten op de glazen wanden van het apparaat kunt u met een schraper
verwijderen.
- Gebruik de schraper nooit voor het schoonmaken van het rooster.
- Nadat het apparaat is afgekoeld (15 minuten na gebruik) maakt u met een vochtige doek en
wat afwasmiddel de metalen wanden aan de binnenkant van hetapparaat schoon. Wees
voorzichtig wanneer u een schraper gebruikt op metalen oppervlakken. Deze kan krassen
veroorzaken. Krassen op de metalen wanden hebben geen negatieve invloed op de werking van
het apparaat.
Schoonmaaktabel (fig. 14)
Recycling
- Dit symbool betekent dat dit product niet bij het gewone huishoudelijke afval mag worden
weggegooid (2012/19/EU) (fig. 15).
- Volg de in uw land geldende regels voor de gescheiden inzameling van elektrische en
elektronische producten. Door een correcte afvalverwerking helpt u negatieve gevolgen voor
het milieu en de volksgezondheid te voorkomen.