WAARSCHUWING Indien het apparaat als zwe-
vende last boven personen wordt
geïnstalleerd, moet het bijko-
mend worden beveiligd (b.v. door
een hijskabel). Bevestig de hijs-
kabel zo dat het apparaat niet
meer dan 20 cm kan vallen.
5 Het toestel aansluiten
5.1 De lampen aansluiten
WAARSCHUWING Ook wanneer de uitgangsspan-
ning werd verminderd, kan het
stopcontact (2) onder levensge-
vaarlijke spanning staan. Koppel
de DP-1DMX daarom los van de
netstroom (230 V), alvorens lam-
pen aan te sluiten of werkzaamhe-
den aan de lampen uit te voeren!
Op de uitgang (2) van de DP-1DMX kunt u alle soorten
dimbare schijnwerpers, spots, lichten of andere licht-
bronnen aansluiten die met een bedrijfsspanning van
230 V~ werken en geen inductieve belasting vormen,
d.w.z. geen transformatoren of smoorspoelen bevat-
ten. Voor niet dimbare lampen kan de DP-1DMX als
schakelaar worden gebruikt. De maximale belasting
mag niet groter zijn dan 1400 W. Lees in verband met
de totale belasting in elk geval ook het hoofdstuk 5.3
"Op de netspanning aansluiten".
5.2 Het besturingsapparaat aansluiten
Sluit een besturingsapparaat met DMX512-protocol
(zoals b.v. DMX-1440 of DMX-120 van "img Stage
Line") als volgt aan:
1) Verbind de ingang (10) via een 3-polig XLR-kabel
met de DMX-uitgang van de lichtregelaar.
Voor de aansluiting moeten speciale kabels voor
hoge gegevensstromen worden gebruikt. Wanneer
gebruik wordt gemaakt van gewone microfoonka-
bels, mag de totale kabellengte niet meer dan 100 m
bedragen. De beste overdracht gebeurt met een
afgeschermde microfoonkabel van 2 x 0,25 mm
of een speciale datatransmissiekabel. Bij kabel-
lengten vanaf 150 m wordt het tussenschakelen
van een DMX-ophaalversterker aanbevolen (b.v.
SR-103DMX van "img Stage Line").
2) Verbind de DMX-uitgang (9) met de DMX-ingang
van de volgende dimmer of lichteffectenapparaat.
Verbind de uitgang hiervan opnieuw met de ingang
van het nageschakelde apparaat etc., tot alle DMX-
ontvangers zijn aangesloten.
DMX-uitgangsjack is uitgerust met een vergren-
deling. Om de stekker uit te trekken, drukt u op de
PUSH-hendel.
3) Sluit de DMX-uitgang van de laatste DMX-ontvan-
ger in de ketting af met een weerstand van 120 Ω
(0,25 W): Soldeer aan de pinnen 2 en 3 van een
XLR-stekker de weerstand vast en plug de stekker
in de DMX-uitgang of gebruik een overeenkomstige
afsluitstekker (b.v. DLT-123 van "img Stage Line").
5.3 Op de netspanning aansluiten
Plug de stekker van het netsnoer (1) in een stop-
contact (230 V~/50 Hz). Het aansluitingsvermogen
bedraagt maximaal 1400 W (6,1 A). Let erop dat de
stroomkring waarop het apparaat wordt aangesloten,
een overeenkomstige hoge zekering heeft.
6 Bediening
6.1 De bedrijfsmodus selecteren en inschakelen
Met de aansluiting van het netsnoer op de spannings-
net van 230 V is het apparaat ingeschakeld en
bedrijfsklaar. Het LED-display (5) geeft de laatste ge-
selecteerde bedrijfsmodus aan. De bedrijfsmodussen
worden in de volgende hoofdstukken meer in detail
beschreven.
6.2 Het DMX-adres instellen
Voor het besturen van de dimmer via de DMX-inter-
face is het noodzakelijk, het overeenkomstige DMX-
adres op de DP-1DMX in te stellen:
1) Druk enkele keren op de toets MENU (6) tot op het
display (5) "A" en een driecijferig getal verschijnt.
2) Stel met de toetsen
adressen in van 1 tot 512. Het adres wordt automa-
tisch opgeslagen. De DP-1DMX gebruik een DMX-
kanaal. Een ander DMX-apparaat kan daarom het
volgende startadres krijgen.
De ontvangst van een DMX-signaal wordt, onaf-
hankelijk van het ingestelde adres, door een knip-
perende punt links bovenaan op het display weer-
gegeven.
6.3 Dimmermodus
De uitgang kan via DMX of manueel worden gedimd.
Druk enkele keren op de toets MENU (6) tot de
gewenste bedrijfsmodus , "L..." voor DMX-dimmer of
"P..." voor manueel dimmen, op het display (5) ver-
schijnt.
2
Als deze bedrijfsmodussen niet kunnen worden gese-
lecteerd, moet de DP-1DMX eerst van schakelaarmo-
dus naar dimmermodi worden omgeschakeld:
1) Druk enkele keren op de toets MENU tot op het dis-
play "S---" verschijnt.
2) Druk op de toets
"d---".
Nu kunt u met de toets MENU de gewenste dimmer-
modus selecteren.
6.3.1 Dimmen via DMX (display: "L...")
In deze bedrijfsmodus kan de uitgangsspanning van
de DP-1DMX met een DMX-besturingsapparaat in
255 stappen van 0 tot 100 % worden gestuurd.
Indien een bepaald lichtsterkte met de aangesloten
lamp niet mag worden overschreden, dan kunt u met
(7) of
(8) de gewenste
(7); op het display verschijnt
NL
B
17