Gebruik
Algemene gebruiksveiligheid
Vóór eerste gebruik:
• Zorg ervoor dat u alle informatie onder Veiligheid en
Gebruik hebt gelezen voor u deze zitmaaier probeert te
gebruiken.
• Leer alle bedieningsinstrumenten goed kennen en zorg
dat u weet hoe u de zitmaaier moet doen stoppen.
• Rij op een open plaats zonder te maaien om vertrouwd te
raken met het rijden met deze machine.
WAARSCHUWING
Maai nooit op hellingen van meer dan 18 procent (10°).
Schakel over op een lage grondsnelheid voordat
u een helling oprijdt. Wees extra voorzichtig bij
het maaien op hellingen met een aan de achterkant
gemonteerde grasopvangzak.
Maai bij hellingen op en neer, niet overdwars, en wees
voorzichtig als u van richting verandert en START OF
STOP NIET OP EEN HELLING.
WAARSCHUWING
Neem nooit passagiers mee op de machine.
Vergrendel voordat u de bestuurdersstoel om welke
reden dan ook verlaat de rijsnelheidshendels in de stand
STARTEN/PARKEREN, activeer de parkeerrem, schakel
de PTO uit, stop de motor en haal de sleutel uit het
contactslot.
Om het brandgevaar te beperken, moet u ervoor zorgen
dat er zich geen gras, bladeren of olieresten op de
zitmaaier bevinden. Stop of parkeer niet boven droge
bladeren, gras of brandbare materialen.
Wees voorzichtig met benzine. Het is een uiterst
ontvlambaar product. Voeg geen benzine toe wanneer
de motor nog warm is na recent gebruik. Houd de
onmiddellijke omgeving vrij van open vlammen, roken
of lucifers. Voeg niet te veel brandstof toe en veeg
gemorste brandstof weg.
WAARSCHUWING
Als u niet begrijpt hoe een specifiek
bedieningselement werkt of het hoofdstuk 'Functies en
bedieningselementen', nog niet grondig hebt gelezen,
doe dat dan nu. Gebruik de zitmaaier PAS als u volledig
vertrouwd bent geraakt met de plaats en functie van
ALLE bedieningselementen.
16
Controles voor het starten
• Controleer of het carter gevuld is tot de VOL-markering
op de oliepeilstok (A, afbeelding 1 – onder de
behuizing). Raadpleeg de handleiding voor instructies en
olieadviezen.
• Zorg dat alle moeren, bouten, schroeven en pennen op
hun plaats en vast zitten.
• Stel de stand van de stoel af (B) en zorg er voor dat u
gemakkelijk bij alle bedieningselementen kunt vanuit de
bestuurdersstoel.
• Vul de brandstoftank (C) met verse brandstof.
Raadpleeg de handleiding van de motorfabrikant voor
brandstofadviezen.
B
A
Figuur 1. Controles vóór het starten
WAARSCHUWING
Rij deze zero-turn zitmaaier niet op een aanhangwagen
of vrachtwagen met twee aparte oprijplaten. Gebruik
alleen één enkele oprijplaat die ten minste 30 cm (1 foot)
breder is dan de totale breedte van de achterwielen van
deze zitmaaier. Deze zitmaaier heeft een draaicirkel van
nul (daarom zero-turn geheten) en de wielen zouden
over de rand kunnen rijden, waardoor de maaier kan
kantelen en de bestuurder of omstanders gewond
kunnen raken.
C