AUDIO IN (4): Ingang voor de audio-aansluiting van de camera (enkel voor camera met audio).
Opmerking: Zorg ervoor dat, indien u een video back-up met audio wenst, de camera die de audiofunctie
ondersteunt zowel op de video-ingang als audio-ingang is aangesloten. Bijvoorbeeld, de audio van
audiokanaal 1 zal opgeslagen worden met de videogegevens van videokanaal 1.
AUDIO OUT (1): Mono audio-uitgang naar luidspreker.
LAN: LAN-aansluiting.
EXTERNAL I/O: Deze poort wordt gebruikt voor het aansluiten van externe toestellen zoals speed dome
camera's, externe alarmen, enz.).
HDMI: Sluit aan op de HDMI-poort van een monitor met HDMI-ondersteuning.
Opmerking: U kunt de HDMI- en VGA-uitgangspoorten gelijktijdig gebruiken voor een dubbele video-
uitgang.
VGA: Sluit aan op de VGA-poort van een monitor met HDMI-ondersteuning.
Opmerking: U kunt de HDMI- en VGA-uitgangspoorten gelijktijdig gebruiken voor een dubbele video-
uitgang.
IR: Sluit de extensiekabel aan voor de IR-afstandsbediening.
DC 19V: Sluit aan op de meegeleverde voedingsadapter.
8.
Aansluiting en instelling
8.1
Een monitor en camera aansluiten
1. Sluit een compatibele monitor (niet meegeleverd) aan op de HMDI-uitvoerpoort achteraan op de DVR.
2. Sluit minstens één compatibele camera aan (niet meegeleverd). Elke camera heeft een eigen voeding nodig.
3. Sluit de video-uitgang van de camera aan op de video-ingang achteraan de DVR (INPUT 1-8/1-16). De
nummers naast de ingangsaansluitingen duiden op het kanaalnummer. Het aansluittype is BNC.
4. Schakel de camera('s) in.
8.2
Inschakelen
Opgelet:
Alvorens de DVR in te schakelen, zorg ervoor dat (1) de camera's en voedingsbron aangesloten zijn, en dat
een HDMI-monitor op de DVR aangesloten is.
Gebruik dit toestel enkel met een compatibele voedingsbron (zie label). Gebruik enkel de meegeleverde
voedingsadapter.
De DVR inschakelen:
1. Steek de DC-stekker van de voedingsadapter in de 19 VDC-ingang achteraan de DVR.
2. Koppel de meegeleverde voedingskabel aan op de ingangsaansluiting van de adapter en koppel het andere
uiteinde aan het lichtnet.
3. Schakel de DVR in met de voedingsschakelaar achteraan het toestel. De voedingsled
licht op.
Opmerking: Om er zeker van te zijn dat uw DVR constant en correct functioneert, is het aan te raden om een
noodstroomvoeding (UPS, niet meegelev.) te gebruiken, voor een constante werking.
8.3
Datum en tijd instellen
Stel voor het gebruik van de DVR, de datum en tijd in.
Opmerking: Verander NOOIT de datum en tijd nadat u de opnamefunctie geactiveerd hebt. Zo niet raakt de
opgenomen data ongeordend en vindt u het opgenomen bestand niet meer terug bij het zoeken op tijd. Als u
de datum of de tijd onopzettelijk wijzigt na het activeren van de opnamefunctie, verwijder dan alle gegevens
van de harde schijf en start de opname opnieuw.
Opmerking: Bij het eerste gebruik laat u de DVR, na datum- en tijdinstelling, best gedurende 48 uur
ingeschakeld. Zo wordt de DVR-tijdinstelling niet gewist bij het ontkoppelen van de DVR. Wanneer de
tijdinstelling gewist wordt na het ontkoppelen van de voeding (bijvoorbeeld door stroomuitval), dan kan de
batterij leeg raken. In dit geval, vervang de interne batterij. Voor meer informatie, raadpleeg de bijlagen in de
uitgebreide handleiding.
1. Klik met de rechtermuisknop op het wachtwoord van de DVR in te voeren. Het standaard administrator-
wachtwoord is admin.
De status verandert van
2. Klik met de rechtermuisknop om het hoofdmenu weer te geven. Selecteer
SETUP om de datum en de tijd in te stellen.
V. 01 – 30/03/2017
DVR16T2
(vergrendeld) naar
(ontgrendeld).
29
op het frontpaneel
(QUICK START) > TIME
©Velleman nv