GEBRUIK VAN DE MACHINE
LET OP!
wanneer een mes zich tijdens het werk blokkeert.
Let altijd op voor mogelijke terugslagen (kickback)
wanneer het blad in contact komt met een hinder-
nis (boomstam, wortels, takken, keien, enz.). Raak
het terrein niet aan met het mes. De terugslagen
zorgen ervoor dat het mes moeilijk te beheersen
wordt en dat de controle over de machine verloren
kan worden, met gevaar voor de veiligheid van de
gebruiker en schade aan de machine zelf.
Vooraleer de eerste keer te gaan maaien, moet men
vertrouwd raken met de meest gepaste maaitechnie-
ken door het draagstel te passen, de machine stevig vast
te nemen en de handelingen uit te voeren.
• Keuze van de snij-inrichting
Kies de snij-inrichting die het meest gepast is voor het
werk dat u wilt uitvoeren, volgens deze aanwijzingen:
– het mes met 3 punten is geschikt voor het maaien
van kreupelhout en struikgewas tot een diameter van
2 cm;
– de draadhouder kan hoog gras en niet-houterige
begroeiing verwijderen tegen omheiningen, muren,
funderingen, trottoirs, rond bomen, enz. of een be-
paalde zone van de ruin volledig schoon te maken;
2. GEBRUIK VAN HET DRAAGSTEL (Afb. 8)
LET OP!
bruik worden met een correct aangebracht draag-
stel. Controleer regelmatig de doeltreffendheid van
de snelle ontkoppeling, om bij gevaar de riemen
snel van de machine te kunnen halen.
Het draagstel moet aangedaan worden vooraleer de
machine vast te haken en de riemen moeten geregeld
worden volgens de lichaamsbouw van de gebruiker.
De riem (1) komt over de linkerschouder, naar de rech-
terflank toe.
Haak de gesp (2) vast aan de daarvoor bestemde be-
vestiging (3) op de aandrijvingsbuis.
3. WERKTECHNIEKEN
a) Mes met 3 punten (Afb. 11)
Begin te snijden bovenaan de begroeiing en ga met het
mes naar beneden, op dusdanige wijze dat de taken in
kleine stukken gesneden worden.
Leg de motor onmiddellijk stil
De machine moet altijd ge-
b) Draadhouder
LET OP!
Het gebruik van metalen draden, geplastificeerde
metaaldraad of draad die niet geschikt is voor de
houder, kan ernstige verwondingen veroorzaken.
Tijdens het gebruik moet de motor stilgelegd worden en
moet het gras dat zich rond de machine gewikkeld heeft
regelmatig verwijderd worden, om oververhitting van de
aandrijvingsbuis te voorkomen, te wijten aan gras dat
zich opgehoopt heeft onder de bescherming.
Verwijder het gras met een schroevendraaien, om ervoor
te zorgen dat de staaf correct afgekoeld wordt.
LET OP!
de vegen, door de draadhouder over te hellen. De
kracht van de motor kan voorwerpen of keitjes tot
15 meter ver werpen en schade of verwondingen
veroorzaken.
• Snijden in beweging (Maaien) (Afb. 12)
Ga met een correcte houding te werk, met een boogbe-
weging zoals bij traditioneel maaien, zonder de draad-
houder over te hellen.
Probeer de juiste maaihoogte eerst uit in een kleine
zone, om een uniform maairesultaat te verkrijgen door de
draadhouder op een constante afstand van het terrein te
houden.
Voor zwaarder werk, kan het handig zijn de draadhouder
ongeveer 30° naar links te laten hellen.
LET OP!
werp kunnen wegspringen die personen of dieren
kunnen verwonden of schade kunnen aanrichten.
• Precisiesnijden (Recht afsnijden)
Houd de machine lichtjes schuin zodat de onderkant
van de draadhouder niet in aanraking komt met het ter-
rein en de snijlijn zich op het gewenste punt bevindt,
waarbij de snij-inrichting altijd ver van de gebruiker ge-
houden wordt.
• Maaien vlakbij omheiningen / funderingen
(Afb. 13)
Nader met de draadhouder langzaam de omheining,
NL
Gebruik ALLEEN nylondraad.
Gebruik de machine niet om
Doe dit niet wanneer voor-
9