Deutsch
ArBEITsTEchNIk
g r A s
m ä h E N
m I T
g r A s s c h N E I d E B l A T T
frEIschNEIdEr)
BEvOr sIE BEgINNEN
• Überprüfen Sie das Sägeblatt, ob sich keine Risse
am Grund der Zähne oder an der mittigen Bohrung
gebildet haben. Werfen Sie das Sägenblatt weg, wenn
Sie Risse feststellen (Abb.33).
• Prüfen Sie, ob die Halterung nicht aufgrund von
Ermüdung oder durch übermäßiges Festziehen
gerissen ist. Werfen Sie eine gerissene Halterung
weg (Abb.34).
• Überprüfen Sie die Sicherungsmutter auf festen Sitz.
Das Anzugsmoment der Sicherungsmutter sollte 25
Nm. (Abb.34) betragen.
• Überprüfen Sie, ob die Schutzabdeckung nicht
beschädigt oder gerissen ist. Ersetzen Sie die
Schutzabdeckung, wenn sie gerissen ist (Abb.35).
• Überprüfen Sie, ob der Trimmkopf und der
Trimmschutz nicht beschädigt oder gerissen sind.
Ersetzen Sie den Trimmkopf bzw. den Trimmschutz,
wenn sie beschädigt sind (Abb.35).
TécNIcAs dE TrABAJO
E I N E m
dEsBrOZAdO dE hIErBA cON uNA
( N u r
hOJA pArA hIErBA (sÓlO pArA lA
dEsBrOZAdOrA)
cOmprOBAcIÓN prEvIA Al ArrANquE
• Examine la hoja para asegurarse de que no se han
formado grietas en la base de los dientes o en torno
al orificio central. Si detecta grietas, deseche la hoja
(fig.33)
• Compruebe que la brida de apoyo no se ha agrietado
a causa de la fatiga o de un apriete excesivo. Deseche
la brida de apoyo si está agrietada (fig.34)
• Asegúrese de que la tuerca de seguridad no ha perdido
su capacidad de retención. Esta tuerca debe tener un
par de apriete de 25 Nm. (fig.34)
• Compruebe que el protector de la hoja no está
deteriorado ni agrietado. Sustituya el protector si
está agrietado (fig.35)
• Compruebe que el cabezal y el protector de la
recortadora no están dañados ni agrietados.
Sustituye el cabezal o el protector si presentan grietas
(fig.35)
Español
Nederlands
WErkTEchNIEkEN
grAsmAAIEN mET EEN grAsmAAIBlAd
(AllEEN vOOr BOsmAAIEr)
cONTrOlEEr vOOrdAT u BEgINT
• Controleer het maaiblad op barsten aan de onderkant
van de tanden of in de buurt van het gat in het
midden. Gooi het maaiblad weg als u barsten aantreft.
(fig.33)
• Controleer of de steunflens niet gebarsten is door
moeheid of doordat het te stevig is vastgedraaid. Gooi
de steunflens weg als hij gebarsten is. (fig.34)
• Verzeker u ervan dat de borgmoer goed werkt. Het
aanhaalkoppel van de borgmoer dient 25 Nm te zijn.
(fig. 34)
• Controleer of de beschermkap van het maaiblad niet
beschadigd of gebarsten is. Vervang de beschermkap
als hij gebarsten is. (fig.35)
• Controleer of de snoeikop en de beschermkap niet
beschadigd of gebarsten zijn. Vervang de snoeikop of
de beschermkap als deze gebarsten zijn. (fig.35).
31