A
Gevaar door onvoldoende per-
soonlijke veiligheidsuitrusting
Draag oordoppen.
Draag een veiligheidsbril.
Draag een stofmasker bij werkzaamhe-
den waarbij stof vrijkomt of bij ontwikke-
ling van nevels die de gezondheid kun-
nen schaden.
Draag aangepaste werkkledij. Bij werk-
zaamheden buiten zijn antislipschoenen
aanbevolen.
A
Gevaar door gebreken aan het
elektrische toestel!
Zorg dat het elektrische toestel evenals
het toebehoren goed onderhouden wor-
den. Neem hierbij de onderhoudsvoor-
schriften in acht.
Controleer het elektrische toestel voor
elk gebruik op eventuele beschadigin-
gen: de correcte werking van veilig-
heidsinrichtingen en licht beschadigde
delen moet worden gecontroleerd. Con-
troleer of de scharnierende onderdelen
correct functioneren en niet klemmen.
Alle onderdelen moeten correct gemon-
teerd zijn en aan alle voorwaarden vol-
doen om een feilloze bediening van het
elektrische toestel te garanderen.
Laat
beschadigde
beveiligingen
onderdelen deskundig en door een
gekwalificeerde vakman herstellen of
vervangen. Laat beschadigde schake-
laars in een reparatiedienst vervangen.
Gebruik dit elektrische toestel niet, wan-
neer u de schakelaar niet kan in- en uit-
schakelen.
Zorg ervoor dat er zich geen oliën of vet-
ten op de handgrepen bevinden en dat
deze droog blijven.
3.3
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsklep
De veiligheidsklep (18) onder veerdruk
bevindt zich aan de hoofdschakelaar. De
veiligheidsklep wordt geactiveerd bij
overschrijding van de maximaal toegela-
ten druk.
4. Bediening
4.1
Netaansluiting
B
Gevaar! Elektrische spanning
Gebruik de machine uitsluitend
in een droge omgeving.
Sluit de machine enkel aan op een
stroombron die voldoet aan de onder-
staande voorwaarden:
− de stopcontacten zijn reglemen-
tair
geïnstalleerd,
goedgekeurd;
− zekering conform de technische
gegevens.
Het snoer moet zo gelegd worden dat
de
schaafwerkzaamheden
bemoeilijkt worden, en dat het snoer
niet beschadigd kan worden.
Controleer steeds of de machine uit-
geschakeld is, alvorens de stekker in
het stopcontact te steken.
Bescherm het snoer tegen hitte en
bijtende scheikundige (vloei)stoffen,
en zorg dat het snoer niet beschadigd
kan worden door scherpe voorwer-
pen.
Als verlengsnoer mag uitsluitend
gebruik gemaakt worden van een
snoer met voldoende doorsnede (zie
"Technische gegevens").
Schakel de compressor uit met de
hoofdschakelaar, en niet door de net-
stekker uit het stopcontact te trekken.
Na beëindiging van de werkzaamhe-
of
den trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
4.2
Perslucht genereren
1.
Sluit de persluchtslang aan op de
compressor. Afhankelijk van de toe-
passing zijn er twee aansluitingen
beschikbaar:
− persluchtaansluiting voor gere-
gelde, gefilterde perslucht (19).
− persluchtaansluiting voor ongere-
gelde, ongefilterde perslucht (20).
.
18
2.
Schakel het apparaat in (21) en
wacht tot de maximale keteldruk
bereikt is (de compressor schakelt
uit).
geaard
en
niet
De keteldruk kunt u aflezen van de
keteldrukmeter (22).
22
3.
Stel de regeldruk in met de drukre-
gelaar (23). De huidige regeldruk
kunt u van de regeldrukmeter afle-
zen.
A
Opgelet!
Controleer voor het aansluiten
van een persluchtgereedschap of de
maximale
gebruikte persluchtgereedschap niet
wordt overschreden!
4.
Sluit het persluchtgereedschap aan
19
op de persluchtslang van de com-
pressor. Nu kunt u met het pers-
luchtgereedschap werken.
5.
Schakel het apparaat uit, wanneer u
niet onmiddellijk wenst verder te
werken. Trek vervolgens ook de net-
stekker uit het stopcontact.
5. Service en onderhoud
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
− schakelt u het apparaat uit,
20
− trekt u de stekker uit het stopcon-
tact en
− wacht u tot het apparaat stilstaat.
− controleert u of het apparaat en
het gebruikte persluchtgereed-
schap en accessoires niet meer
onder druk staan.
NEDERLANDS
21
23
24
bedrijfsdruk
van
het
25