Aansluitingen op het Monoblokunit
Stroomdraad
Aaandraaimoment
Aansluitingsschroef
N•cm {kgf•cm}
M4
157~196 {16~20}
M5
196~245 {20~25}
Tanksensor Weerstand afgezet tegen Temperatuur
16000
14000
12000
10000
8000
6000
4000
2000
0
-30 -20 -10
0
˚C
Grafi ek 4,1: Kenmerk Tanksensor
VEREISTE VOOR DE AANSLUITING
•
Stroomvoorziening 1 van de apparatuur voldoet aan IEC 61000-3-12 als de kortsluitstroom S
de installatie van de gebruiker en het openbare net. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of van de gebruiker van de apparatuur te overleggen
met de beheerder van het distributienetwerk, als dat nodig is, en te controleren dat de apparatuur alleen is aangesloten op een kortsluiting hoofdstroom S
van meer dan of gelijk aan 1200kW.
•
Stroomvoorziening 1 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-11 en moet worden aangesloten op een geschikt elektriciteitsnetwerk met een
normale stroomcapaciteit van > 100 A per fase.
Overleg met de energieleverancier en zorg ervoor dat de normale stroomcapaciteit op het interface-punt voldoende is voor de installatie van de apparatuur.
•
Voeding 2 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-12.
•
Stroomvoorziening 2 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-11 en moet worden aangesloten op een geschikt elektriciteitsnetwerk, met een
maximaal toegestane systeemimpedantie Z
Overleg met de energieleverancier en ga na of voeding 2 is aangesloten alleen op een aanvoer van die impedantie of minder.
INSTALLATE BEDRADE AFSTANDSBEDIENING 3
Verander de lengte van de afstandsbedieningskabel niet. Anders wordt eventueel een elektroshock of brand veroorzaakt.
Sluit de hoofdvoeding af voordat de afstandsbediening wordt geïnstalleerd en aangesloten. Anders loopt u eventueel een elektroshock op.
Gebruik de bijgeleverde hulpstukken en specifi eke onderdelen voor de installatie. Anders kan het apparaat vallen of brand of een elektroshock veroorzaakt
worden.
Het leggen van de bedrading moet correct worden uitgevoerd, zodat de kap van de besturingsprintplaat correct kan worden aangebracht. Als de afdekking van
de besturingsprintplaat niet goed is bevestigd, kan dit brand of een electrische schok veroorzaken.
Wanneer de afstandsbedieningskabel door een muur moet worden gevoerd, installeer dan een waterafscheider boven de kabel. Anders loopt u eventueel een
elektroshock op.
Instaleer op een vlak oppervlak om te vermijden, dat de afstandsbediening scheeftrekt, anders zouden de LCD-behuizing beschadigd of functionele problemen
veroorzaakt kunnen worden.
Installeer de afstandsbedieningkabel niet in de buurt van koel – of waterleidingen, om elektrische schokken of brand te vermijden.
Installeer de afstandsbedieningskabel tenminste 5 cm uit de buurt van elektrische draden of van andere apparaten, om functionele storingen
(elektromagnetische ruis) te vermijden.
Zorg, dat u uitsluitend de meegeleverde schroeven gebruikt om te vermijden, dat de PCB van de afstandsbediening beschadigd wordt.
1
2
3
4
5
6
3-Weg
klepkabel
boosterverwarming
EISEN DIE WORDEN GESTELD AAN HET STRIPPEN EN AANSLUITEN VAN DRADEN
Draad strippen
Geen losse draad bij
het insteken
Verwijder de jumper
indien Externe
Regelaar (Optioneel)
aangesloten is op het
Monoblokunit.
10
20
30
Diagram 4,2: Diagram voor aansluiten Externe Regelaar
= 0,257 op de interface.
max
7
8
9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
Tank OLP-
Snoer
Kabel
Kamerthermostaat
Klembord
5 mm of meer
(ruimte tussen draden)
Aansluitpunt
Schakelaar
Externe Regelaar
(ON/OFF)
17
18
groter of gelijk is aan 1200kW op het interface-punt tussen
sc
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
19 20 21
Tanksensor-
Kabel
Solar 3-weg
kabel
kabel
externe
Klepkabel
regelaar
Alleen als Solar aansluiting PCB is
Draad volledig
Draad te ver
Draad niet geheel
ingestoken
ingestoken
ACCEPTEREN
VERBODEN
VERBODEN
22 23
Kabel
solarpompstation
geïnstalleerd
ingestoken
sc
33