1. Basics
1.1 Veiligheidsaanwijzingen
Om persoonlijk letsel en schade aan goederen te voorkomen, dient u deze veiligheidsaanwijzingen nauwgezet op te volgen. De montage,
de eerste inbedrijfstelling, de inspectie, het onderhoud en eventuele reparaties moeten worden uitgevoerd door een erkend vakbedrijf.
Zorg er voor aanvang van de werkzaamheden voor dat u bekend bent met alle onderdelen en het gebruik ervan. Neem alle geldende voor-
schriften voor ongevalpreventie, alle milieuvoorschriften en alle wettelijke bepalingen betreffende montage, installatie en gebruik in acht.
Verder moeten alle relevante richtlijnen uit de normen DIN, EN, DVGW, VDI en VDE en alle actuele, relevante lokale normen, wetten en
richtlijnen in acht worden genomen.
Werken aan de installatie: Schakel de installatie spanningsvrij en controleer of deze inderdaad spanningsloos is (bijv. aan de afzonderlijke
zekering of aan een hoofdschakelaar). Beveilig de installatie tegen opnieuw inschakelen. (Bij gasinstallaties moet de gashoofdkraan wor-
den gesloten en beveiligd tegen onbedoeld opnieuw openen). Reparatiewerkzaamheden aan componenten met een veiligheidstechnische
functie zijn niet toegestaan. De opstellingslocatie moet droog en vorstvrij zijn. Voorkom gevaarlijke situaties door aangrenzende (delen van)
bouwwerken. De opstellingsruimte moet steeds vrij toegankelijk zijn.
1.2 Doelmatig gebruik
De in deze handleiding behandelde componenten zijn bedoeld voor toepassing in verwarmingsinstallaties conform DIN EN 12828. De
evenwichtsfles is een optioneel systeemcomponent, dat de inbedrijfname en het onderhoud van een verwarmingssysteem eenvoudiger
maakt en dat storingen tijdens het gebruik, als gevolg van gassen en vreemde voorwerpen, tot een minimum beperkt.
27