NEDERLANDS
KOFFIE ZETTEN
Voorwoord: het toestel X1 werd ontworpen om het best mogelijk resultaat te geven met padjes of "servings" van het type E.S.E. illy, uitgesneden volgens
figuur 7.
Bij gebruik van servings die anders uitgesneden zijn moet het overbodige papier verwijderd worden zodat er rond de serving een rand van circa 5 mm
overblijft. Indien dit niet het geval is kunnen er technische problemen optreden en kan er water lekken uit de extraheerruimte.
Ga na dat het controlelampje voor "toestel gereed" (E) brandt en dat de schakelaar (C) op de koffiestand (omhoog ) (fig. 8) staat.
Maak de filterhouder (G) los, plaats het padje op de filterhouder (fig. 9) ter hoogte van de centrale opening, bevestig de filterhouder aan zijn invoegplaats en
laat hem draaien naar rechts totdat hij komt te liggen op de stand die overeenkomt met het type koffie dat u wenst te bereiden.
Het toestel is inderdaad uitgerust met een innovatieve extraheerruimte >TRIO die toelaat op een optimale wijze, en volgens de sluitstand van de
filterhouder, een verdunde koffie (fig. 10A), een normale espresso (fig.10B) of een geconcentreerde espresso (fig. 10C) te zetten.
Duw de uitloopschakelaar (B) naar beneden. Breng de schakelaar (B) terug omhoog wanneer de gewenste hoeveelheid bereikt wordt.
Maak daarna de filterhouder open en verwijder het opgebruikte padje door de rand van de omgekeerde filterhouderhendel op de rubber van de
padjesafvoer (fig. 11) te kloppen.
Om nog koffie te maken moet de sequentie vanaf het begin hervat worden.
Wij raden aan alvorens het toestel uit te schakelen of op het einde van elk gebruik om de filterhouder leeg te maken en terug te bevestigen en om er warm
water door te laten lopen, zodat de resten van de huidige drank verwijderd worden.
Opgelet: indien u vergeet de uitloop stop te zetten zal het toestel automatisch de pomp uitschakelen na circa één minuut en elke seconde een
geluidssignaal laten horen; om de werking te hervatten volstaat het de koffieschakelaar (B) omhoog te brengen.
Gebruik geen gedistilleerd of gedemineraliseerd water voor de bereiding van de koffie.
Opgelet: indien het toestel reeds meerdere uren aanstaat maar er geen koffie gemaakt werd, is het mogelijk dat de koffie-uitloop (knop B) moeilijk verloopt.
Het volstaat nu voor enkele seconden de dampdraaiknop (I) te openen na indrukking van de koffieknop (B) en de koffie zal er terug normaal uitlopen.
Opgelet: indien het toestel reeds meerdere uren aanstaat maar er geen koffie gemaakt werd, is het mogelijk dat de koffie-uitloop (knop B) moeilijk
verloopt. Het volstaat nu voor enkele seconden de dampdraaiknop (I) te openen na indrukking van de koffieknop (B) en de koffie zal er terug normaal
uitlopen.
DAMPUITVOER VOOR CAPPUCCINO
Om een cappuccino te maken, nadat u koffie heeft gezet, moet u wat koude melk in een metalen kannetje gieten en het volgende doen.
Controleer dat er in de filterhouder geen padje of "serving" zit.
Breng de schakelaar (C) omlaag tot op de dampstand; het controlelampje voor toestel gereed (E) dooft uit en de temperatuurwijzer op de thermometer (F)
begint te stijgen (fig. 12).
Het toestel zal als het gereed is een kort geluidssignaal laten horen en het groene controlelampje gaat terug branden; draai de dampdraaiknop (I) in
tegenwijzerzin, laat het resterende water uit de buis lopen totdat er damp uit komt en sluit te kraan.
Dompel het damptuitje (J) in het kannetje met melk (fig.13) en draai de dampdraaiknop (I) in tegenwijzerzin.
Via de kleine opening (K) in het damptuitje zal er lucht geabsorbeerd worden wat nodig is voor de schuimvorming voor de cappuccino; vermijd dus om het
tuitje volledig in de melk onder te dompelen.
Wanneer het gewenste volume schuim werd bereikt, moet de dampkraan gesloten worden en de schakelaar (C) omhoog gebracht worden (fig.14).
Giet het schuim en de melk in de kop met koffie (fig. 15).
Wij raden aan de kleine opening (K) grondig schoon te maken en de melkresten (fig. 16) te verwijderen. Vermijd hierbij wel rechtstreekse aanraking met de
vingers.
OPGELET: aanraking van het damptuitje (J) kan leiden tot ernstige brandwonden.
KOFFIE ZETTEN NADAT HET DAMPTUITJE WERD GEBRUIKT
Het is belangrijk dat u geen espresso zet onmiddellijk na het gebruik van damp, daar de ketel nu te heet is en dit de smaak kan beslechten.
Zet de keuzeschakelaar (C) van de dampstand (omlaag) op de koffiestand (omhoog). Het controlelampje (E) dooft uit gedurende enkele minuten zodat het
toestel de tijd heeft om af te koelen. Wanneer de ketel de geschikte temperatuur heeft bereikt, zal het controlelampje terug gaan branden en kan men terug
koffie zetten.
Ga als volgt te werk indien u sneller het toestel terug op de ideale temperatuur wil brengen om koffie te zetten:
1. Controleer dat de filterhouder dicht en leeg is en dat de hendel van de schakelaar (C) op de koffiestand (hoog) (fig.14) staat
2. Laat water in een recipiënt uitlopen door de koffieschakelaar (B) om te schakelen totdat het toestel een kort geluidssignaal geeft en het groene
controlelampje terug brandt (fig. 17)
3. De ketel is nu terug op de temperatuur geschikt om espresso te zetten.
OPGELET: Indien de hendel van de schakelaar (C) op de dampstand (omlaag) staat, werkt de koffieschakelaar (B) niet. (fig. 18)
WARM WATER UITLOOP
De warm water uitloop gebeurt via het damptuitje (J).
Ga als volgt te werk:
1. controleer dat de hendels van de schakelaars voor koffie (B) en damp (C) omhoog staan en dat het controlelampje (E) voor toestel gereed blijft branden
2. plaats de recipiënt onder het damptuitje
3. draai de dampdraaiknop (I) in tegenwijzerzin en breng de schakelaar water/koffie (B) (fig. 19) omlaag
4. laat de gewenste hoeveelheid warm water eruit lopen
5. breng de hendel van de schakelaar water/koffie (B) naar boven en draai dan de dampdraaiknop (I) in wijzerzin (fig. 20).
28