6. Bediening
6.1 Netspanning in- en uitschakelen (fi g. 1)
Met de hoofdschakelaar (10) wordt het apparaat
volledig van het stroomnet geïsoleerd. Schakel
als eerste de hoofdschakelaar in „I" resp. deze als
laatste uit „0", als u het apparaat niet meer nodig
heeft. Het inschakelen wordt bevestigd door een
signaal en de bedrijfsindicatie (3) brandt.
6.2 Apparaat in- en uitschakelen (fi g. 5)
Druk op de knop „ON/OFF" (H). Het apparaat
schakelt in, de ventilator loopt (ventilatorsymbool
verschijnt) en blaast zonder verwarmingsvermo-
gen lucht uit. Om het apparaat uit te schakelen
drukt u opnieuw op de knop „ON/OFF". De ven-
tilator loopt na het uitschakelen van het apparaat
nog enige tijd na.
6.3 Verwarmingsvermogens instellen (fi g. 5):
Activeer bij ingeschakelde verwarmer de „Mode"
toets (K). Het apparaat verwarmt met 1200 W.
Als de „Mode" toets nog eens wordt geactiveerd,
dan verwarmt het apparaat met 2000 W. Al naar-
gelang het ingestelde verwarmingsvermogen
verschijnt „1200" of „2000" op het display. Als de
„Mode" toets nog eens wordt geactiveerd, dan
loopt de ventilator zonder verwarmingsvermogen
verder.
6.4 Bedrijfstijden instellen (fi g. 5)
Activeer bij ingeschakeld apparaat de knop
„Timer" (L). Met elke druk op de toets wordt de
ingestelde bedrijfstijd 0,5 h in een bereik van 0,5 -
7,5 h verhoogd. De ingestelde tijd verschijnt in de
combinaties 0:30, 1:00, 2:00 en 4:00 op het dis-
play (bijv. voor 4,5 h de combinatie 4:00 + 0:30).
6.5 Oscillatie in- en uitschakelen (fi g. 5)
Activeer de drukschakelaar „Swing" (M). Het
apparaat zwenkt 35° naar links resp. 35° naar
rechts. Om de functie "Oscillatie" uit te schakelen
en het apparaat in een bepaalde richting te laten
blazen bedient u de drukschakelaar „Swing"
opnieuw.
6.6 Beveiliging tegen omkantelen
Zodra het apparaat over een bepaalde hoek heen
kantelt, wordt het uitgeschakeld. Na het weer
rechtop te hebben gezet, kunt u het apparaat
weer zoals hiervoor beschreven in bedrijf nemen.
De geïntegreerde omkantelbeveiliging is hoor-
baar als het apparaat wordt gekanteld. Dit is geen
fout.
Anl_TH_2000_SPK2.indb 36
Anl_TH_2000_SPK2.indb 36
NL
6.7 Beveiliging tegen oververhitting
Bij overmatige verwarming schakelt het verwar-
mingsvermogen of het apparaat automatisch uit.
Als dit het geval is, dan schakelt u het apparaat
compleet uit en trekt u de netstekker uit het stop-
contact. Laat het apparaat ongeveer 15 minuten
afkoelen. Na het verhelpen van de oorzaak (bijv.
afgedekt luchtrooster) kan het apparaat zoals
hiervoor beschreven weer worden ingeschakeld.
Als de beveiliging tegen oververhitting herhaal-
delijk reageert of als het apparaat niet meer kan
worden ingeschakeld, gelieve u dan te wenden
tot uw klantendienst.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
Het apparaat moet zijn afgekoeld.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Verontreinigingen door stof verwijderen met
een stofzuiger.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
- 36 -
23.01.2017 12:54:29
23.01.2017 12:54:29