CLAS KAFER Serie Manual De Instrucciones página 15

BESCHRIJVING
Deze luchtgenerator is een praktisch verwarmingstoestel en werkt op vloeibaar gas. Het systeem is gebaseerd op het
totale verbruik van brandstoffen door middel van thermische vermenging van lucht en verbrandingsproducten. Het
apparaat voldoet aan de veiligheidsnormen EN 1596 van 1998.
WAARSCHUWINGEN
Dit apparaat is voor niet huishoudelijk gebruik.
Het is gevaarlijk dit apparaat in kelders of ondergronds te gebruiken.
Het apparaat heeft daardoor constant verse lucht nodig. Het moet daarom binnen of buiten gebruikt worden op plaatsen
waar men in ieder geval van luchtcirculatie verzekerd is. Voor de installatie moet men de voorschriften van de nationale
brandpreventie raadplegen. De plaatsing moet ook geschieden volgens geldende technische veiligheidsnormen.
HET AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET
De aansluiting op het elektriciteitsnet dient volgens de geldende nationale voorschriften (230/240 V – 50 Hz) te geschieden.
Altijd eerst de stekker uit hert stopcontact trekken alvorens enige reparatie of onderhoudshandeling te verrichten.
TYPE BRANDSTOF
Als brandstoffen zijn alleen propaangas (C 3 H 8 , handels nr. G31) of butaangas (C 4 H 10 , handels nr. G30) te gebruiken.
In beide gevallen: Alleen gas categorie I 3 gebruiken! Plaats het apparaat op zodanige manier dat de warme lucht niet
direct in contact komt met ontvlambare materialen zoals bijvoorbeeld stof, papier, hout, brandstoffen, etc. Zet de
gasfles op een beschermde plaats, achter het apparaat. Controleer ook of er geen objecten zijn die de luchttoevoer
belemmeren, de ventilator mag niet geblokkeerd worden.
Het wordt aangeraden geen gasflessen te gebruiken van minder dan 15 Kg.
ATTENTIE: - Gebruik het toestel niet zonder mantel
- Sluit uitsluitend op elektriciteitsnetten aan die voorzien zijn van een beveiligingsschakelaar
- De opening van de luchtuitlaat mag om geen enkele reden verkleind worden
- Indien het apparaat in de open lucht wordt gebruikt bij een temperatuur van minder dan 0°C, wordt
gebruik van propaan aangeraden.
AANSLUITING OP DE GASFLES
Volgorde van handelingen om de gasfles in werking te stellen: Eerst de
drukregelaar (compleet met veiligheidsklep), dan de gasslang.
Merk op dat de aansluitingen linksdraaiend schroefdraad hebben en dus
tegen de wijzers van de klok in draaiend vastgezet wordt.
Controleer of de rubberen ring aanwezig is tussen de drukregelaar en de
gasfles (indien dit voor deze aansluiting nodig is).
Sluit de slang aan op de aansluiting van de ingang (B) van de generator.
Controleer of de aansluitingen goed gedicht zijn door wat vloeibare zeep er
op te smeren, als er bubbeltjes verschijnen is er sprake van gasverlies.
Het is ook mogelijk om een aantal gasflessen tegelijk aan te sluiten teneinde
een grotere autonomie te verkrijgen.
De vervanging van de gasfles dient ver verwijderd van alle soorten
vlammen plaats te vinden.
Controleer of de gasslang goed uitgerold is.
Slechts de volgende accessoires kunnen gebruikt worden voor de aansluiting van de gasfles:
• Buigzame slang voor vloeibaar gas, compatibel met DIN 4815 deel 2, druk categorie DK 6.
• Drukregelaar voor vloeibaar gas compatibel met din 4811 deel 1.
• Veiligheidsklep compatibel met DIN 30693, als de buigzame slang langer is dan 0,4 meter.
1 - NL
B