komen dat er lucht tussen de arm
en de band komt en sluit deze met
behulp van het klittenband.
De metingen moeten altijd gedaan
•
worden met ontblote bovenarm of
opgerolde hemdsmouw, zonder
dat er druk op de arm wordt uitge-
oefend.
Verricht de meting voor deze arm.
•
Verricht de meting met de linker-
arm. Gebruik alleen de rechterarm
wanneer het niet mogelijk is de lin-
kerarm te gebruiken.
Om een zittende meting te ver-
•
richten, laat de arm op een tafel
rusten, en breng de armband aan
op hoogte van het hart en met
de palm naar boven gericht (Afb.
3). Wanneer deze op een andere
hoogte ten opzichte van het hart
wordt aangebracht, wordt de me-
ting beïnvloed. Praat niet en be-
weeg het lichaam of de arm niet
tijdens de meting.
Om een liggende meting te verrich-
•
ten, blijf tenminste 5 minuten op uw
rug liggen en laat uw arm rusten.
Breng de armband ter hoogte van
het hart aan (Afb. 4) Wanneer deze
op een andere hoogte ten opzich-
te van het hart wordt aangebracht,
wordt de meting beïnvloed. Praat
niet en beweeg het lichaam of de
arm niet tijdens de meting.
HET METEN VAN DE DRUK MET
BEIDE MODELLEN :
Het apparaat in werking stellen
•
door middel van de aan-/uitknop.
Het LCD scherm gaat aan en toont
alle symbolen. Wacht totdat de 0
verschijnt.
Vervolgens wordt het bijbehorende
•
geheugennummer weergegeven 1
( ) of 2 ( ).
Om te schakelen van geheugen
•
1 ( ) naar 2
knop ingedrukt terwijl het apparaat
uitstaat, totdat een van beide ge-
heugens (14) wordt weergegeven.
Druk na selectie opnieuw op de
aan-knop om het apparaat uit te
zetten. Druk nogmaals op de aan-/
uitknop en het display
NL
( ), houd de aan-