Wireless-N range extender
Apparaten aansluiten op het netwerk via de extender
Als u netwerkapparaten hebt die Wi-Fi Protected Setup ondersteunen, zoals
draadloze printers, kunt u Wi-Fi Protected Setup gebruiken om deze aan te
sluiten op het draadloze netwerk. Kies een van de onderstaande methoden
om het apparaat aan te sluiten op het netwerk.
OPMERKING
Wi-Fi Protected Setup configureert slechts één clientapparaat
tegelijk. Herhaal deze stappen voor elk clientapparaat dat Wi-Fi
Protected Setup ondersteunt.
Verbinding maken met behulp van de knop Wi-Fi Protected Setup
Gebruik deze methode als het clientapparaat over een knop Wi-Fi Protected
Setup beschikt.
1 . Klik of druk op de knop Wi-Fi Protected Setup op het clientapparaat.
2 . Klik op de knop Wi-Fi Protected Setup in het scherm Wi-Fi Protected
Setup van de extender OF houd de knop Wi-Fi Protected Setup van de
extender gedurende één seconde ingedrukt. Wanneer de verbinding
tot stand is gebracht, brandt het lampje Wi-Fi Protected Setup van de
extender continu.
3 . Klik binnen twee minuten op OK in het scherm Wi-Fi Protected Setup van
de extender.
Verbinding maken met behulp van de PIN-code van het
clientapparaat
Gebruik deze methode als het clientapparaat over een PIN-code (Personal
Identification Number) voor Wi-Fi Protected Setup beschikt.
1 . Geef de PIN-code van het clientapparaat op in het veld in het scherm Wi-
Fi Protected Setup van de router.
2 . Klik op de knop Register (Registreren) in het scherm Wi-Fi Protected
Setup van de extender. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht,
brandt het lampje Wi-Fi Protected Setup van de extender continu.
3 . Klik binnen twee minuten op OK in het scherm Wi-Fi Protected Setup van
de extender.
Aan de slag
8