vast om spanningsverlies en vonkvorming te
voorkomen. Bij het aansluiten voor de eerste keer
kan er enige vonkvorming optreden. Dit is nor-
maal en wordt veroorzaakt door de oplaadstroom
benodigd voor de condensatoren in de inverter.
4. Het is aan te bevelen de inverter, wanneer moge-
lijk, te aarden.
5. De inverter mag door het aangesloten verbruiks-
apparaat niet zwaarder worden belast dan wat de
inverter kan leveren. Het is dus niet mogelijk een
450 watt boormachine op een 150 watt inverter
te laten werken. U moet dan kiezen voor het 600
watt model.
6. De gebruikte accubatterij moet voldoende capa-
citeit hebben om de inverter stroringsvrij te laten
werken. In de onderstaande tabel staat de maxi-
maal afgenomen stroom door de verschillende
typen inverters.
7. 600W - 12V = 31A
1000W - 12V = 52A
De capaciteit van een accu wordt aangegeven in
ampère/uur (Ah) en staat op de accu zelf aan-
gegeven. Deze capaciteit geldt gerekend over
een periode van 20 uur. Voorbeeld: een accu met
een capaciteit van 48 Ah kan dus 20 uur lang een
stroom van 2,4 ampère leveren of 10 uur lang
een stroom van (iets minder dan) 4,8 ampère. Bij
hogere stroomafname loopt de capaciteit van een
accu namelijk wat terug.
8. Zorg er voor dat er een zekering met de juiste
waarde in de aansluitleiding naar de accu is ge-
plaatst.
9. Koppel de inverter los van de accu wanneer deze
niet gebruikt wordt.
INSTALLATIE
1. Plaats de inverter op een droge, koele plaats,
verwijderd van brandbare materialen, oplosmid-
delen en brandstoffen.
2. Kies een opstelling waarbij de 12V aansluitleidin-
gen naar de accu zo kort mogelijk kunnen zijn.
Een paar meters extra verlengkabel in het 230V
circuit geven beduidend minder spanningverlies
dan te lange accukabels.
3. Sluit, waar mogelijk, het aardcontact van de in-
verter aan op een veiligheidsaarde.
VERVANGEN ACCUKABELS
Mocht het noodzakelijk zijn de (accu) aansluitkabels
te vervangen, dan kunt u hiervoor laskabels toepas-
sen.
Gebruik in ieder geval kabels met een diameter van
minimaal 7 mm en maak deze beslist niet langer
dan 2 meter.
IN BEDRIJF STELLING
1. Controleer of de inverter is uitgeschakeld.
2. Controleer nogmaals of de accukabels juist zijn
aangesloten. Rood naar de pluspool en zwart
naar de minpool van de accu.
3. Schakel het verbruiksapparaat uit en sluit dit ver-
volgens aan op het 230V stopcontact.
4. Schakel nu de inverter in.
5. Zet daarna het verbruiksapparaat aan. Worden
er meerdere apparaten aangesloten dan moeten
deze niet gelijktijdig, maar achterelkaar worden
ingeschakeld.
VEEL GESTELDE VRAGEN EN
ANTWOORDEN:
Meten van de uitgangsspanning:
De uitgangsspanning vorm van de AC inverter is
een GEMODIFICEERDE SINUS
Als je de uitgangsspanning wilt meten heb je een
TRUE (echte) RMS VOLT METER nodig. Als je de
spanning gaat meten met een 'standaard' voltmeter
zul je een spanning meten welke ±20 a 30 volts la-
ger is dan de werkelijke uitgangsspanning.
Kan ik een magnetron aansluiten op de omvor-
mer?
Het vermogen wat aangegeven wordt bij magne-
trons is het vermogen waarmee het product (eten)
in de magetron opgewarmd wordt, Het werkelijk
opgenomen vermogen is dan ook hoger dan dit
vermogen.(bijvoorbeeld een magnetron met een
vermogen van 600 watts zal een opgenomen ver-
mogen hebben, welke dus geleverd moet worden
door de omvormer van zo'n 1100 watts). Dit opge-
nomen vermogen staat normaal gesproken op de
achterzijde van de magnetron, als dit niet het geval
is dan zal dit in de handleiding van de magnetron
moeten staan of raadpleeg anders de leverancier
van de magnetron.
WELKE ACCUBATTERIJ
IS NOODZAKELIJK?
Accu's hebben een beperkte capaciteit en moeten
regelmatig worden opgeladen. In een auto of boot
gebeurt dit wanneer de motor loopt en de dynamo
met laadregelaar de accu bijlaadt. Gebruikt u losse
accu's dan zult u deze met behulp van een aparte
acculader moeten bijladen.
AANSPRAKELIJKHEID
Voer zelf geen reparaties uit aan het apparaat; in elk
geval vervalt dan de totale garantie.
Ook mag het apparaat niet eigenmachtig worden
gemodifi ceerd. Ook in dit geval vervalt de totale
garantie.
De garantie vervalt eveneens bij ongevallen en be-
schadigingen in elke vorm ten gevolge van onoor-
deelkundig gebruik en het niet in acht nemen van de
waarschuwingen in het algemeen en het gestelde in
deze gebruiksaanwijzing.
Tevens aanvaardt BV geen enkele aansprake-
lijkheid in geval van persoonlijke ongelukken als
gevolg van het niet naleven van deze veiligheids-
instructies en waarschuwingen. Dit geldt ook voor
gevolgschade in welke vorm dan ook.
15