Extra codeeradressen
In combinatie met de nieuwe regeling kunnen de volgende codeeradressen
bijkomend worden ingesteld:
Codering in de toestand bij levering
16:50
Bij cyclische kalibratie wordt
de verwarmingsketel vol-
gens stooklijn ingeschakeld.
Ligt het inschakelpunt over-
eenkomstig de stooklijn bo-
ven 50 °C, dan wordt de ver-
warmingsketel bij 50 °C in-
geschakeld.
17:42
Bij dringende kalibratie
wordt de verwarmingsketel
volgens stooklijn ingescha-
keld. Ligt het inschakelpunt
overeenkomstig de stooklijn
boven 42 °C, dan wordt de
verwarmingsketel bij 42 °C
ingeschakeld.
51:0
Installatie met open verde-
ler:
interne circulatiepomp wordt
bij warmteaanvraag altijd in-
geschakeld
Mogelijke omschakeling
16:30 tot
Het inschakelpunt voor de ka-
16:127
libratie is instelbaar van 30 °C
tot 127 °C (beperkt door ke-
telspecifieke parameters)
17:30 tot
Het inschakelpunt voor de ka-
16:127
libratie is instelbaar van 30 °C
tot 127 °C (beperkt door ke-
telspecifieke parameters)
51:1
Installatie met open verdeler:
Interne circulatiepomp wordt
bij warmteaanvraag alleen in-
geschakeld als de brander
loopt.
51:2
Installatie met verwarmings-
waterbuffer:
Interne circulatiepomp wordt
bij warmteaanvraag alleen in-
geschakeld als de brander
loopt.
NL
135