Uitpakken
Voordat u de machine in gebruik neemt moet u absoluut de veiligheidsvoorzieningen voor het transport verwijderen.
Volg de onderstaande instructies. Bewaar deze veiligheidsvoorzieningen: ze moeten opnieuw worden gemonteerd
in geval van een toekomstig transport van het apparaat (bijvoorbeeld verhuizing).
Open de deur en verwijder het polystyreen blok dat met tape aan de deurvoeg is
bevestigd.
Verwijder de vier plastic deuvels.
Maak de resterende vrije gaten dicht met behulp van de vier plastic doppen die bij
het apparaat zijn geleverd.
Een niet-geflenst apparaat transporteren, kan de interne onderdelen beschadigen en
tot lekken en storingen en tot vervormingen door schokken leiden.
Waterpas zetten
Plaats het apparaat op de gekozen plek (vlakke en stevige vloer) en zet het
zorgvuldig waterpas door aan de poten te draaien.
Zorg er ook dat het apparaat tijdens de werking de muur, meubels enz. niet raakt.
Wateraansluiting
Corrigeer, indien nodig, de positie van het verbindingsstuk door aan de borgring op de
achterkant van de machine te draaien.
Draai de borgring vervolgens weer goed vast om lekkages te voorkomen.
Waterafvoer
Het kruis van de afvoerslang kan op twee verschillende manieren worden geplaatst:
Over de rand van een gootsteen met behulp van een plastic kniestuk, dat bij de
machine is geleverd.
Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde van de slang niet op de grond kan vallen
wanneer de machine water afvoert. U kunt de slang met een stuk touw aan de
kraan vastbinden of aan de wand bevestigen.
In een afvoerpijp (of in een aftakking van de gootsteenafvoer) waarvan de afstand
tot de grond tussen 70 en 125 cm moet bedragen. Het uiteinde van de afvoerslang
moet altijd geventileerd zijn om eventuele overheveling te voorkomen. Bovendien
mag de afvoerslang nergens een bocht maken. De slang moet op het niveau van de
grond geplaatst worden, het gebogen uiteinde moet op de eerder aangegeven
hoogte zitten.
Belangrijk:
De afvoerslang mag in geen geval verlengd worden. Het niet in acht nemen
van deze regels kan leiden tot een abnormale werking van uw machine.
Elektrische aansluitingen
Deze machine mag alleen worden aangesloten op 230 V monofase 50 Hz.
Controleer of de elektrische installatie en de zekeringen geschikt zijn voor het maximaal opgenomen vermogen van
de machine, houd rekening met andere aangesloten elektrische apparaten.
Klasse van de zekeringen (een per fase): 10 ampère.
Het apparaat mag niet worden aangesloten met behulp van een verlengsnoer of een meervoudige stekker
(brandgevaar).
Gebruik een stopcontact met aardlekschakelaar, dat verplicht conform de norm NF C 15-100 moet zijn
geïnstalleerd.
De elektrische voedingsleiding vanaf de meterkast mag niet minder zijn dan 4 mm² per stroomgeleider.
Zorg er na de installatie van het apparaat voor dat het netsnoer gemakkelijk toegankelijk is.
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Schroef het bij het apparaat geleverde koppelstuk van de toevoerslang op de
watertoevoerkraan met schroefdraad (20x27). Draai goed vast om lekkages te
voorkomen.
Gebruik hiervoor nooit een eerder gebruikte aansluiting.
11