De hysteresis is het verschil tussen de temperaturen waarbij de uitgang aan- resp. afgeschakeld wordt. Naargelang de
toepassing kan een kleinere of grotere hysteresis gewenst zijn: voor het regelen van de kamertemperatuur bvb is een
kleine hysteresis wenselijk, bij waterverwarmers daarentegen heeft dit helemaal
geen zin en kiest u best voor een grotere hysteresis.
U kan de hysteresis instellen met RV4. Het instelbereik loopt van 0,2 tot 2°C (0,4 tot 4°F) als R24 en R25 180K
weerstanden zijn, en van 1tot 10°C (2 tot 18°F) als u draadbruggen monteerde.
De hysteresisinstelling is niet afhankelijk van de ingestelde temperatuur. Stel niet meteen de minimale hysteresis in: de
regeling is dan wel het nauwkeurigst, maar het zou kunnen dat de verwarming veel te snel en te vaak aan- en
uitgeschakeld wordt (vb als de thermostaat niet zo ver van de radiator staat). Dit is niet zo gezond voor ketel en/of relais,
en u verbruikt bovendien nutteloos meer energie. Begin daarom met RV4 in de middenstand, en zoek daarna het ideale
compromis voor uw opstelling.
Ontstoren van inductieve belastingen :
Mocht de werking van de thermostaat verstoord worden bij het schakelen van inductieve lasten (ook al is het
geschakelde vermogen niet zo groot), dan is dit te wijten aan de vonken die het relais produceert bij het schakelen. Dit
kan in de meeste gevallen verholpen worden door een VDR (bvb. VDR300) over de kontakten te plaatsen. Eventueel
kan er nog de serieschakeling van een weerstand van 100-tal ohm, 1/2 watt met een condensator 47 of 100 nF/400V
parallel aan de VDR worden gezet om het vonken nog verder te verminderen (zie fig. 8.0).
18. MONTAGE
* Afstandsbussen en kolomschroeven zijn niet bijgeleverd!
De rechthoekige uitsparing van de voedingsprint wordt als doorgang gebruikt voor de aansluitdraden van het net, het
schakelcontact en de E.S. (economy switch), zie figuur 10.
De displayprint kan met afstandsbussen boven de voedingsprint gemonteerd worden (zie fig. 11).
10