Magistralės sąranka
Dėmesio:
šią tinklo sąranką naudokite tik tais atvejais, kai
aptikimo zonos ir privalomos EN 54-2 išeigos funkcijos nėra
numatytos skirtinguose tinkle esančiuose pultuose.
Ši tinklo sąranka nerekomenduojama. Joje negalimas
dubliavimas ryšio kanale ir gaisro aptikimo tinklas yra itin
jautrus gedimams.
Priežiūra
Pagrindinę priežiūrą sudaro kasmetinė patikra. Nekeiskite
vidinių sujungimų arba grandinių.
Techniniai duomenys
Būdingas srovės suvartojimas
Fizinis protokolas
Rekomenduojamas kabelis
Maksimalus atstumas tarp mazgų
Temperatūra
Naudojimas
Laikymas
Santykinė drėgmė
Svoris
Matmenys (P x A)
[1] tiekia valdymo pultas.
Teisinė informacija
Sertifikavimas
Gamintojas
„UTC CCS Manufacturing Polska Sp. Z o.o", Ul.
Kolejowa 24, 39-100 Ropczyce, Lenkija
ES įgaliotasis gamybos atstovas:
„UTC Fire & Security B.V.", Kelvinstraat 7, 6003 DH
Weert, Nyderlandai
Pirmojo CE
11
ženklinimo
metai
Kontaktinė informacija
Kontaktinė informacija pateikta mūsų interneto svetainėje:
www.utcfssecurityproducts.eu.
12 / 20
50 mA esant 24 VDC [1]
RS-485 izoliuotas (tarp kanalų ir
valdymo pulto)
Neekranuota susukta laidų pora
arba CAT 5
2
0,129–3,31 mm
(12–26 AWG)
120 Ω ±10 % rekomenduojama
būdinga pilnutinė varža
1,2 km
nuo −5 iki +40°C
nuo −20 iki +50°C
10–95% be kondensacijos
40 g
110 × 52 mm
NL: Installatieblad
Omschrijving
Met de 2010-1-NB-netwerkkaart kunnen de brandmeldcentrale
en herhaalpanelen worden bediend in een peer-to-peer
brandmeldnetwerk.
De kaart verschaft redundantie in communicatie met twee
geïsoleerde RS-485-kanalen. Elk kanaal is point-to-point
aangesloten op de netwerkkaart in de volgende node in het
brandmeldnetwerk. Het biedt een maximale signaalintegriteit
en communicatiekwaliteit op afstanden tot 1,2 km.
Indien er een open circuit of korstsluiting optreedt in de
bedrading van het netwerk, geeft het systeem een fout aan (op
de centrale) en blijft het werken.
Installatie
WAARSCHUWING: Ter voorkoming van persoonlijk letsel of
overlijden door elektrocutie, moet u de centrale losmaken van
de netvoeding en accu's voordat u dit product installeert.
Ga als volgt te werk om de uitbreidingskaart te installeren:
1.
Koppel de kabels van de voedingseenheid en de accu's
en alle andere apparaatkabels die op de printplaat van de
centrale zijn aangesloten los.
2.
Verwijder de schroef zoals in afbeelding 1 wordt
aangegeven. Maak de printplaat van de centrale los en
verwijder deze (bij centrales voor twee en vier groepen
maakt u het bevestigingsmechanisme op de hoeken van
de printplaat los door de vergrendelingspootjes voorzichtig
in te drukken).
3.
Installeer de netwerkkaart connector J1 op het controlle
paneel PCB conector (gepositioneerd op de achterzijde
van de PCB). Gebruik de connector J3 voor de 2- en 4
groeps controlle panelen (zie figuur 2), en connector J4
voor de 8 groeps controlle panelen (zie figuur 3). Om een
goed verbinding te garanderen druk de connector goed
vast.
4.
Herinstalleer de PCB terug in het controlle paneel.
5.
Sluit de kabels aan zoals in afbeelding 3 wordt getoond.
Verbind A met A en verbind B met B (kanaal 2 wordt
aangesloten op kanaal 1). Kanalen worden aan de
achterkant van de netwerkkaart gemarkeerd.
6.
Sluit de voeding weer aan en voeg de melder toe aan de
configuratie van de centrale (zie de installatiehandleiding
van de centrale voor meer details).
Netwerkconfiguratie
De netwerkkaart staat ring- of busconfiguraties toe.
Ringconfiguratie
Deze netwerkconfiguratie wordt aanbevolen omdat deze
voorziet in redundantie in het transmissiepad.
Voor een ringconfiguratie (klasse A), worden beide kanalen
gebruikt voor het aansluiten van alle netwerknodes.
P/N 501-414200-1-11 • REV 01.10 • ISS 25NOV13