gebruiksaanwijzingen te volgen, vooral voor wat
veiligheid en installatie betreft.
6.2 BATTERIJEN INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Deze operatie' s moeten door gespecializeerd
personeel uitgevoerd worden.
Controleren dat beide t anks leeg zijn, indien niet,
leegmaken volgens de gep aste procedure.
De vuilwatertank naar 90° opheffen en controleren dat
het goed vast zit; in deze positie heef t men van bovenaan
toegang aan de batterijruimte.
De Anderson stekker van de batterijbekabeling moet
van de Anderson stekker van de machinebekabeling
losgemaakt worden. Altijd de stekkers vasthouden en
nooit aan de kabels trekken.
In het geval dat de instelling van lader en batterij niet
correct overeenkomen, mag de batterij niet verbonden
en geladen worden, maar men moet volgens deze
procedure's voortgaan.
De batterijbekabeling aan de de batterij vastmaken
door de batterijklemmen exact en enkel aan polen met
het zelfde symbool te verbinden (rode bekabeling "+",
zwarte bekabeling "-"). Opgelet, een kortsluiting van de
batterij kan ontploffingen veroorzaken!
De kabels in de richting van de uitgangsontploeging
van de bekabeling oriënteren (enkel voor zwavelzuur
batterijen, aan de zijkant van de batterijruimte), de
klemmen aan de polen vastbinden en met vaseline
invetten
De batterij insteken door de ontploeging in de
BERICHT OP HET DISPLAY
Ladingsbocht
IUIa-Acd
IUIa-PzV Gel
IUIa-Acd
IUIa-PzV Gel
IUIa-Acd
IUIa-PzV Gel
Als men over de (optionele) smartcard, die afgestemd
is op het soort batterij dat men wil laden, beschikt, moet
men enkel de juiste instelling van de lader invoeren
(volgens de gebruiksaanwijzingen op het boekje of op
het paneel): de smartcard in de gepaste gleuf van de
lader insteken, de lader aansteken, enkele seconden
wachten, de lader uitschakelen en de smartcard uithalen.
Als men de juiste smartcard voor die soort batterij dat
men wil laden niet bezit, dan geen enkele actie
ondernemen en cont act opnemen met het
servicecentrum.
Eens vastgesteld dat de lader correct ingesteld is, dan
de procedure van de specifieke p aragraaf volgen.
6.5 V O O R B E R E I D I N G VA N D E M A C H I N E
Voor het gebruik, antiglijdende schoenen,
handschoenen en andere veiligheidstoestellen aandoen,
aanbevolen door de leverancier van het reinigingsmiddel
en gepast voor de omgeving waar men werkt.
Voor het gebruik, volgende actie' s uitvoeren, en
naar de specifieke p aragrafen verwijzen voor
gedetaillerde omschrijvingen van de betref fende
batterijruimte te oriënteren (voor het zwavelzuur type)
voor de doorgang van de elektrische bekabeling naar
de stekker van de machinebekabeling.
Controleren dat alle bedieningen op het paneel op "0"
of op rust staan en de batterijstekker aan die van de
machine aansluiten.
laten zakken en opletten dat kabels niet ertussen gedrukt
worden.
6.3 V O O R B E R E I D I N G
Om de batterijlader te kunnen gebruiken moet men op
zijn eigen bekabeling (die voor de aansluiting aan de
batterij dient), de stekker monteren die samen met de
machine geleverd werd.
Voor de samenstelling van de stekker, als volgt werken:
- Van beide kabels (rood en zwart) van de lader ,
ongeveer 13 mm beschermingshoes wegnemen.
- Elke kabel in de met alen spitsen van de stekker
insteken en goed drukken met de gep aste tang.
-
aangesloten) in de stekker insteken, volgens de juiste
polen (rode kabel= "+", zwarte kabel = "-")
6.4 B AT T E R I J L A D E R
AANSLUITEN
Als een lader aangevraagd wordt voor een specifieke
soort batterij, word t het al gebruiksklaar geleverd.
Controleren dat de lader afgestemd staat op het type
batterij en de specifieke toepassing: Bij het aansteken,
de laadinstellingen op de display volgen. A.d.h. van
Voltage
Amperage
24V
60A
24V
50A
36V
50A
36V
50A
36V
60A
36V
50A
stadiums:
- Het laadniveau van de batterijen controleren en
eventueel herladen.
- Borstels of padhouders (met schuurpads) monteren,
geschikt volgens het soort oppervlakte en het soort
werk dat men zal uitvoeren.
- De zuigmond monteren en controleren dat het goed
vastzit, aangesloten aan de zuigslang en dat de
zuigrubbers niet versleten zijn.
- Verifiëren dat de vuilwatertank leeg is.Indien niet,
leegmaken.
- De distributiebediening van het reinigingsmiddel
controleren en helemaal afsluiten.
- De schoonwatertank door de opening aan de
achterkant met water en niet-schuimend reinigingsmiddel
vullen, in de juiste concentratie. Een verschil van 7 cm
laten tussen de opening en het niveau van de vloeistof.
eerst met de machine te oefenen, in open ruimte' s
zonder hinders, om gewend te worden aan de
bewegingen.
Om de beste result aten te bereiken op niveau van
De batterijruimte sluiten door de vuilwatert ank te
Nu beide met alen spitsen (aan de kabels
TYPE BATTERIJ
24V 525Ah zwavelzuur
24V 400Ah Gel
36V 420Ah zwavelzuur
36V 320Ah Gel
36V 525Ah zwavelzuur
36V 400Ah Gel
Om gevaar te vermeiden, is het aangeraden om
B A T T E R I J L A D E R
I N S TA L L E R E N
E N
91