VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
·Vooraleer uw apparaat te gebruiken moet
u deze veiligheidsvoorschriften aandachtig
lezen en deze bewaren als referentiemateriaal
voor de toekomst. Als u dit apparaat aan
derden meegeeft, voeg er dan ook deze
veiligheidsvoorschriften bij.
·Gebruik dit apparaat zoals beschreven in
deze handleiding. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor elke
slechte hantering en elk ander gebruik dan
voorzien in deze handleiding.
·Niet-naleving van deze veiligheids-en
gebruiksvoorschriften kan een risico van
elektrische schok, brand en/of kwetsuren
veroorzaken.
·Dit apparaat is uitsluitend voorzien voor
binnengebruik.
· Dit apparaat is uitsluitend voorzien voor
binnengebruik.
·Gebruik geen accessoires die niet zijn aan
bevolen door de fabrikant! Deze kunnen het
apparaat beschadigen en/of kwetsuren
veroorzaken.
·VERSTIKKINGSGEVAAR! Houd het verpak
kingsmateriaal buiten bereik van kinderen.
·Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (inclusief kinderen) met beperkte
fysische, zintuiglijke of mentale vermogens
of door personen met gebrek aan ervaring
of kennis, behalve als ze dankzij een voor
de veiligheid verantwoordelijke persoon
kunnen genieten van toezicht of voorafgaande
instructies betreffende het gebruik van dit
apparaat.
11
·Houd kinderen in het oog om zeker te zijn
dat ze niet spelen met het apparaat.
·Gebruik het apparaat niet in de buurt van
naakte vlammen en vonken.
·Houd het apparaat droog. Dompel het niet
onder in water en evenmin in enige andere
vloeistof.
·Stel dit apparaat niet bloot aan druip - of
spatwater.
·Gebruik het apparaat niet op plaatsen die
zijn blootgesteld aan vochtigheid of gure
weersomstandigheden.
·Dek dit apparaat niet af met voorwerpen
zoals kranten, dweilen, gordijnen enz.
·Stel het apparaat niet rechtstreeks bloot aan
zonnestralen en aan grote warmte.
·Bewaar voldoende vrije ruimte rond het
apparaat (minimum 5 cm).
·De onderdelen van het apparaat verhitten
tijdens zijn werking (tot 60°C). Vermijd de
verhitte onderdelen aan te raken en plaats
geen ontvlambare materialen op of in de
nabijheid van het apparaat.
·De converter mag alleen worden gebruikt
voor apparaten van het type klasse 2.
·Ga na of het vermogen en de spanning van
uw toestel com patibel zijn met deze van uw
converter.
·Voor elke aansluiting controleren of het
apparaat en zijn elementen niet beschadigd
zijn. In dit geval het apparaat niet gebruiken
en het terugbrengen naar uw dealer voor
inspectie en eventuele herstelling.
·Demonteer het apparaat niet zelf. Elke demon
tage, herstelling, inspectie mag alleen door
een ervaren persoon worden uitgevoerd.
12