5. Opstelling
Opstelling driepoot (fig. A):
1. Haal de driepoot uit de doos.
2. Vouw de poten van de driepoot (7) open zodat
de steunen (9) volledig uitgeklapt zijn en veilig
op de basis van de middenstijl (10) rusten.
3. Schuif de poten zover uit als nodig en zet de
vergrendelingen (8) vast.
De zoeker monteren (fig. B):
1. Haal de zoeker (5) uit de doos.
2. Verwijder de twee gekartelde schroeven uit de
telescoopbehuizing (6).
3. Plaats de bevestiging van de zoeker zodanig op
de behuizing (6) dat de gaten in de
bevestigingsplaat overeen komen met de gaten op de behuizing waar de twee schroeven in zaten.
4. Plaats de twee gekartelde schroeven terug en draai deze stevig aan om de zoeker vast te zetten.
De diagonale spiegel en het oculair plaatsen (fig. C):
1. Schuif de diagonale spiegel (3) in de buis (2) en zet hem vast met de kleine bevestigingsschroef.
2. Plaats het oculair (4) in de diagonale spiegel (3). Zet het vast met de kleine bevestigingsschroef.
De omkeerlens plaatsen (fig. D):
1. Een omkeerlens is meegeleverd om de telescoop te kunnen gebruiken als verrekijker. De lens corrigeert het
omgekeerde beeld dat gevormd wordt in de sterrenkijker.
2. Verwijder de diagonale spiegel (3) en plaats de omkeerlens (13). Draai de kleine bevestigingsschroef aan.
6. Gebruik
Wat u door een telescoop ziet en hoe nauwkeurig u het ziet, wordt bepaald door drie factoren:
• Sterkte / vergroting
• Lichtintensiteit
• Resolutie / scherpte van het beeld
Het is een algemeen misverstand dat een sterkere vergroting ook beter is. Het is inderdaad zo dat de essentiële
functie van een telescoop erin bestaat een beeld te vergroten. Er zijn echter grenzen aan de sterkte die doeltreffend
kan worden gebruikt. Iedere toename in sterkte gaat gepaard met een afname van lichtintensiteit en resolutie. Een te
sterk vergroot beeld zal duister en vaag worden. Om een astronomisch voorwerp doeltreffend te kunnen bestuderen
moet u het ideale evenwicht zoeken tussen de 3 bepalende factoren.
Daarnaast gaat iedere toename in sterkte ook gepaard met een verkleining van het gezichtsveld. U zult merken dat
hemellichamen zelfs bij matige vergroting vrij vlug door het gezichtsveld lijken te bewegen. Sterkte vergrotingen
kunnen spectaculaire beelden opleveren van maan- of planeetoppervlakten, maar kunnen ook vrij frustrerend werken
tot u enige ervaring heeft opgebouwd in het doeltreffend zoeken en volgen van voorwerpen.
a. De hemel bestuderen
1. Kijk door het oculair (4) en zoek het voorwerp dat u wil bestuderen (pas zo nodig de hoek van de telescoop aan).
Het voorwerp zal in deze eerste fase wat vaag lijken, maar dat is normaal. U probeert gewoon het voorwerp in het
gezichtsveld van de telescoop te krijgen. Wanneer dit gelukt is, zet u de Azimut vergrendeling (11) vast om uw
telescoop stabiel te houden.
2. Stel nu scherp door aan de scherpstellingknop te draaien tot het voorwerp scherp in beeld komt.
TELES1
5
VELLEMAN