Nederlands
Elektrificatie van de werkplek
door de installateur
De elektrificatie van een Ahrend 500 werkplek bestaat
uit twee delen: het installatie-technische deel voor mon-
teurs en een deel voor de gebruikers van de werkplek
(zie voor het gebruikersdeel blz. 6 en 7).
Het aansluiten van de werkplek op de elektriciteits-,
informatie- en communicatienetten dient door deskun-
dige monteurs te gebeuren.
Normen
Alle Ahrend 500 meubeldelen en accessoires voldoen
aan de voorwaarden zoals die zijn vastgelegd in de
Elektrificatienormen BS 6396/2002 en DIN VDE 0100-724.
64
Kabelgeleiding
Overal kan een Ahrend 500 werkplek met systeemver-
lengkabels van stroomtoevoer worden voorzien (afb. 1).
Deze hulpmiddelen kunnen netjes worden weggewerkt
in de verticale en horizontale kabelgeleiders of kabel-
boxen.
Verticale geleiding
De flexibele, verticale kabelgeleiding geleidt de kabels
via twee gescheiden kanalen naar de uiteinden van een
kabelbox (afb. 2).
Kabels kunnen langs een C poot vanaf de vloer omhoog
worden geleid via een afdekkap die aan de poot is
geklikt (afb. 3).
Horizontale geleiding en snoerberging
De kabels die uit de verticale geleiding van een poot
komen, kunnen verder worden geleid via kabelklemmen
(afb. 4) of kabelboxen (afb. 5), die tweezijdig aan de
bladregel van de tafel kunnen worden geklikt.
Ook bij toepassing van bevestigingssteunen voor organi-
satierails of frontpanelen, kunnen kabelboxen worden
gebruikt voor geleiding en berging van elektriciteit-
kabels (afb. 6).
Bladkabeldoorvoeren kunnen worden gebruikt om
snoeren overal te geleiden langs de onderzijde van
bladen (afb. 7).
Ladeblokken
De bureauhoge ladeblokken kunnen zijn voorzien van
een kabeldoorvoer. Deze goot kan worden gebruikt als
onderdeel van de horizontale kabelgeleiding (afb. 8)
1
3
5
7
2
4
6
8