3
Draadloze beveiliging configureren
A
Open het webgebaseerde
hulpprogramma van de router
zoals beschreven in stap 2 en klik op
het tabblad Wireless (Draadloos).
B
Klik op het tabblad Wireless
Security (WLAN-beveiliging).
C
Selecteer de beveiligingsmethode
die u wilt gebruiken: WPA/WPA2
Personal, WEP , WPA/WPA2
Enterprise of RADIUS.
Ga voor WPA/WPA2 Personal en
WEP verder bij de bijbehorende
instructies.
Raadpleeg voor WPA/WPA2
Enterprise of RADIUS de
gebruikershandleiding (alleen in het
Engels beschikbaar) op de cd-rom.
WPA/WPA2 Personal
Selecteer de gewenste optie,
WPA of WPA2 Personal.
Configureer daarna het volgende:
WPA Algorithm (WPA-algoritme) -
Selecteer de methode die u wilt
gebruiken, TKIP of AES.
WPA Shared Key (Gedeelde
WPA-sleutel) - Voer een gedeelde
sleutel van 8-63 tekens in.
Group Key Renewal (Vernieuwing
van groepssleutel) - Geef een
interval voor de vernieuwing van
de groepssleutel op. Hiermee
bepaalt u hoe vaak de router de
coderingssleutels moet wijzigen.
In de meeste gevallen kunt u de
standaardinstelling van 3600
seconden behouden.
OPMERKING: Als uw draadloze
adapters Secure Easy Setup (SES)
ondersteunen, kunt u de SES-knop op
de router gebruiken om draadloze
beveiliging te verkrijgen.
Instellingen
WPA-Personal-
beveiliging
9