1. Zet het apparaat aan door op de ON/OFF-schakelaar te drukken.
2. De indicator van de bedrijfstoestand licht rood op. Het apparaat is klaar voor gebruik
wanneer de indicator voor de bedrijfstoestand blauw oplicht. Het opwarmen van het
apparaat duurt ongeveer een minuut.
3. Plaats het te lamineren voorwerp in de lamineerhoes (dikte maximaal 125 µm) en zorg
dat het middenin de hoes zit. Let erop, dat het document of de afbeelding zo veel
mogelijk aan de laskant zit.
Het gebruik van een transporthoes (carrier) is niet nodig met dit lamineerapparaat.
4. Voer de laskant van de lamineerhoes recht en in het midden van invoersleuf in het
apparaat in.
5. Na het lamineren wordt het gelamineerde voorwerp aan de achterkant van het apparaat
uitgeworpen.
6. Bepaalde papiersoorten worden niet gelijkmatig gelamineerd en krijgen een dof of
nevelig aanzien. U kunt het lamineerresultaat dan verbeteren door het gelamineerde
document nogmaals door het lamineerapparaat te voeren.
7. Als het te lamineren voorwerp is blijven steken in het apparaat, drukt u de ABS-hendel
naar achteren en trekt u het voorwerp er met de hand uit.
REINIGING EN ONDERHOUD
- Blijf met uw handen en de voedingskabel uit de buurt van de hete delen van het
apparaat tijdens en na het lamineren. Laat het apparaat helemaal afkoelen voor u het
schoonmaakt.
- Dompel het apparaat nooit onder in water.
- Gebruik uitsluitend een zachte doek om het apparaat te reinigen.
- Maak het apparaat nooit schoon met schuurpoeder, schraapijzers of krabbers.
- Open het apparaat nooit zelf. U loopt dan het risico op brand of een elektrische schok.
In het apparaat zijn geen onderdelen aanwezig, waaraan de gebruiker zelf onderhoud kan
doen. Reparaties mogen altijd uitsluitend door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
26