Gebruiksaanwijzing
3
Gebruik conform de voorschriften
Elk ander gebruik dan beschreven in het hoofdstuk „Beschrijving en werking" of
in de „Veiligheidsvoorschriften" is niet toegestaan. Het niet in acht nemen en op-
volgen van deze voorschriften en de veiligheidsinstructies kan leiden tot ernstige
ongevallen, persoonlijk letsel en materiële schade.
IP44: Dit product is beschermd tegen spatwater en aanraking door vreemde
voorwerpen ≥ Ø1 mm.
De bescherming tegen spatwater is alleen gegarandeerd wanneer de
apparaten niet zijn aangesloten en het deksel gesloten is en wanneer
de apparaten zijn aangesloten met IPX4-netkabels.
4
Montage en aansluiting
NL
VOORZICHTIG!
•
Zet ze niet achter elkaar.
•
Gebruik nooit strijkijzers, straalkachels en dergelijke apparaten die brand-
gevaar opleveren via een radiogestuurd stopcontact.
•
Plaats, installeer en vervoer het product, de productonderdelen en de ac-
cessoires op een veilige manier.
1� Steek de netstekker van het tuinstopcontact in een goed toegankelijke vei-
ligheidscontactdoos�
2� Schroef de vloerplug in de bodem van de tuinsokkel.
3� Plaats het gemonteerde product met de punt naar beneden op een veilige
plaats in de grond.
4� Sluit tot 2 apparaten met maximaal 3680 W aan op de radio-aansluiting.
5
In- en uitschakelen
5.1
Handmatig omschakelen
•
Druk 1x kort op de AAN-UIT-schakelaar aan de voorkant van het tuinstop-
contact om deze in en uit te schakelen�
Als de bedrijfsled in de schakelaar van het tuinstopcontact brandt, is er
spanning aanwezig.
5.2
Afstandsbediening activeren
•
Verwijder de contactbeveiliging uit het batterijvak door het lipje naar bui-
ten te trekken�
De afstandsbediening is klaar voor gebruik.
5.3
Schakelen met de afstandsbediening
1� Schakel het tuinstopcontact in (ON) of uit (OFF) via de afstandsbediening
controle.
Als de werkings-LED van de afstandsbediening niet oplicht, zit er geen
batterij in het batterijvakje of is de geplaatste batterij leeg of heeft deze de
verkeerde polariteit.
2� Controleer of
a) er zich een batterij met de juiste polariteit in het batterijvak bevindt.
b) de correct geplaatste batterij leeg is.
45
Overbelasting, struikelgevaar