6. Bluetooth
-verbinding (pairing)
®
Aanwijzing – pairing
• Controleer of uw eindapparaat met Bluetooth®-functie is ingeschakeld en of de Bluetooth®-functie
is geactiveerd�
• Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw eindapparaat�
De oortelefoons en het eindapparaat mogen niet meer dan 1 meter van elkaar verwijderd zijn� Hoe
kleiner de afstand, hoe beter�
Zorg ervoor dat de oortelefoons zijn ingeschakeld�
1
Controleer de status van de status-led (3)
Als de status-led (3) op de linker oortelefoon afwisselend knippert:
de oortelefoons zoeken naar een Bluetooth®-verbinding�
Als de status-leds (3) knipperen en vervolgens uitgaan:
de oortelefoons zijn al met een Bluetooth®-apparaat verbonden�
47