M O TI O N CM D - 0 2 B UISM OTO R (L I - IO N)
16
Favoriete positie opnieuw instellen
Zet het rolgordijn op de gewenste favoriete positie.
16.1
Druk op de knop programmeren op de motor om de programmeermodus
16.2
Centre
te activeren. Het rolgordijn begint te draaien.
Houd de knop midden ingedrukt om deze favoriete positie op te slaan.
16.3
Het rolgordijn stopt kort met draaien om aan te geven dat de favoriete
positie is opgeslagen.
Druk op de knop programmeren op de motor om de programmeermodus
16.4
uit te schakelen. Het rolgordijn stopt met draaien.
17
Het rolgordijn opnieuw instellen
Het is mogelijk om alleen eindposities te verwijderen of om terug te gaan naar de fabrieksinstellingen.
Als de fabrieksinstellingen worden hersteld, worden de eindposities verwijderd en de verbinding met een
gekoppelde afstandsbediening gewist.
Druk kort op de programmmeerknop op de motor om de programmeermodus te activeren.
17.1
Eindposities verwijderen: Houd de programmmeerknop ingedrukt totdat het rolgordijn voor de
eerste keer stopt met draaien, zodat de eindlimieten voor het rolgordijn worden verwijderd. Houd de
knop ingedrukt totdat het rolgordijn voor de tweede keer stopt met draaien (ca. 10 seconden).
Fabrieksinstellingen herstellen: Houd de knop minimaal 20 seconden ingedrukt om terug te gaan naar
de fabrieksinstellingen van het rolgordijn. Het rolgordijn stopt twee keer met draaien. Het rolgordijn zal
na de tweede stop nog een keer draaien om te bevestigen dat de fabrieksinstellingen zijn hersteld.
M O T I O N C M D-0 2 B U I S MO TO R ( L I - I O N)
18
De batterij opladen
Gebruik een micro USB-kabel om de motor op te laden.
Het ledlampje knippert
rood wanneer het
systeem actief is;
de batterij wordt
laad de batterij op
Veelgestelde vragen
Probleem
Oorzaak
De motor is niet geactiveerd.
De batterij van de motor is leeg.
De batterij van de afstandsbediening is
leeg. (Ledlampjes van afstandsbediening
knipperen snel.)
De batterij is verkeerd in de
afstandsbediening geplaatst.
Het rolgordijn werkt niet.
RF-storing
De afstand tussen de afstandsbediening en
de motor is te groot.
De afstandsbediening is niet verbonden
met het rolgordijn.
Het ledlampje van de motor
De batterij van de motor is leeg.
knippert rood.
Het rolgordijn wordt niet
De oplader is niet aangesloten of
opgeladen.
werkt niet.
Het rolgordijn beweegt in kleine
Er zijn geen eindposities geprogrammeerd;
stapjes.
De favoriete positie kan niet
Er zijn geen eindposities geprogrammeerd. Programmeer eindposities. Zie stap 8-11.
worden geprogrammeerd.
De eindposities zijn verkeerd
Het rolgordijn zakt te ver.
geprogrammeerd.
Het rolgordijn beweegt in de
De draairichting is verkeerd ingesteld.
tegenovergestelde richting.
Het rolgordijn blijft omhoog en
Het rolgordijn is actief in de
omlaag bewegen.
programmeermodus.
Het ledlampje
Het ledlampje brandt
knippert groen;
groen;
de batterij is
opgeladen
helemaal opgeladen
Oplossing
Activeer de motor. Zie stap 1.
Laad de motor op. Zie stap 18.
Vervang de batterij in de afstandsbediening.
Raadpleeg de handleiding van de
afstandsbediening.
Vervang de batterij in de afstandsbediening.
Raadpleeg de handleiding van de
afstandsbediening.
Controleer of de antenne van de motor niet
wordt gehinderd door metalen voorwerpen.
Ga dichter bij de motor staan.
Koppel de afstandsbediening aan de motor.
Zie stap 6.
Laad de motor op. Zie stap 18.
Probeer een andere oplader of controleer
of de oplader op het stopcontact is
aangesloten.
Programmeer eindposities Zie stap 8-11.
Programmeer de eindposities opnieuw.
Zie stap 8-11.
Verander de draairichting.
Zie stap 7.
Druk op de programeerknop op de motor
om de programmeermodus af te sluiten.