REC400
6
Videorecorder monteren
A
VOORZICHTIG!
• Monteer het toestel zodanig, dat het in geen geval (hard remmen,
verkeersongeval) los kan raken en tot verwondingen bij de inzitten-
den van het voertuig kan leiden.
• Monteer de videorecorder nooit op een plek waar het hoofd tegen
de monitor kan stoten, of in de buurt van een airbag. Anders bestaat
er gevaar voor verwondingen als de airbag open gaat.
• Isoleer alle verbindingen en aansluitingen.
• Borg de kabels tegen mechanische belasting met kabelverbinders
of isolatieband, bijv. aan de aanwezige leidingen.
De montageplaats moet vlak zijn.
➤ Bevestig de videorecorder op een geschikte plaats in het voertuig (bijv. in de
kofferruimte of onder de stoel).
➤ Bevestig de videorecorder aan de vier bevestigingsgaten.
7
Videorecorder aansluiten
➤ Verbind de GPS-antenne met de aansluiting „GPS" (afb. 2 1,pagina 3).
➤ Verbind de 12 V/24 Vg-aansluitkabel met de aansluiting „Power In" (afb. 2 2,
pagina 3).
➤ Sluit de 12 V/24 Vg-aansluitkabel als volgt aan:
– gele kabel op de accu
– blauwe kabel op geschakelde plus (klem 15)
– zwarte kabel op massa
Als er geen visueel contact is tussen de interne infrarood-ontvanger van de video-
recorder en de afstandsbediening bestaat, dan moet de externe infrarood-
ontvanger worden aangesloten.
➤ Verbind de infraroodontvanger met de aansluiting „IR" (afb. 2 3,pagina 3).
➤ Als u de alarmfunctie gebruikt, dan moet u de alarmkabel met de aansluiting
„Alarm In" (afb. 2 4, pagina 3) en met de signaalgevers verbinden.
Als de aangesloten camera over een spiegelfunctie beschikt, dan kan deze via de
gele leiding van de camera-adapterkabel gebruikt worden. Afhankelijk van het
cameramodel moet de gele leiding op massa gelegd of onbeschakeld gelaten
worden om de spiegelfunctie te activeren of te deactiveren.
NL
Videorecorder monteren
147