5
INSTALLATIE
5.1 Plaatsing van het apparaat
1. Het apparaat moet worden geïnstalleerd, bediend en opgeslagen in een ruimte met een
vloeroppervlak groter dan 9m
2. Plaats het apparaat op een horizontale, vlakke ondergrond.
3. Houd minimale ruimte (50 mm) rondom het apparaat voor voldoende ventilatie.
4. Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron, dit kan het apparaat
beschadigen.
5. Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
6. Plaats het apparaat niet op een plek waar het kan worden blootgesteld aan:
- Mechanische trillingen of schokken
- Overmatige stofvorming
- Gebrek aan ventilatie, zoals een kast of boekenkast
7. Zorg ervoor dat de luchtinlaat en -uitlaat niet geblokkeerd zijn of zich in de buurt van
losse voorwerpen bevinden, zoals gordijnen.
Als het apparaat meer dan 45° is gekanteld, moet u het vóór gebruik 24 uur rechtop
5
laten staan.
5.2 De uitlaatslang aansluiten
Zie afbeelding 2.
1 Verleng de uitlaatslang niet met een andere slang.
1. Verbind de slangaansluiting met de uitlaatslang.
Zorg ervoor dat de uitlaatslang volledig uitgetrokken is.
5
2. Sluit het opzetstuk voor de raamkit aan op het andere uiteinde van de uitlaatslang.
3. Verstel de raamkit zodat deze in de raamopening past.
4. Maak de raamkit vast tussen het raam en het raamkozijn.
5. Sluit het opzetstuk voor de raamkit aan op de raamkit.
6. Sluit de slangaansluiting aan op de luchtuitlaat van het apparaat.
5.3 Een WIFI verbinding tot stand brengen (alleen voor DA9KSWE)
1. Download de Smart Life app voor Android of iOS op uw telefoon via Google Play of de
Apple App Store.
2. Schakel de wifi functie in op uw telefoon.
3. Plaats het apparaat binnen 5 meter van de router.
4. Houd de timerknop 3 seconden ingedrukt. De wifi-indicator begint te knipperen.
5. Open de Smart Life app op uw telefoon.
.
2
15