Het toestel uitschakelen
1 Houd de knop o ingedrukt terwijl
de voicerecorder in de stopmodus
staat.
Energiebesparingsmodus
Het apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de
voicerecorder na het inschakelen
gedurende minstens 5 minuten is
gestopt.
Opnemen
U kunt kiezen uit vier
opnamemethodes - [MEMO],
[TALK], [MUSIC], en [LP]. De audio-
opnamen worden in dezelfde map
opgeslagen als de geselecteerde
opnamemethoden. In elke map
kunnen tot 199 bestanden worden
opgeslagen.
De opnamemethode wijzigen (Afb.5)
1 Druk op de knop n terwijl
de voicerecorder in stopmodus is.
[MEMO]:
Geschikt voor het opnemen
van uw eigen stem en andere
geluiden die zeer dichtbij zijn.
[TALK]:
Geschikt voor het opnemen
van vergaderingen gehouden
in een kleine ruimte en andere
geluiden die vrij dichtbij zijn.
[MUSIC]:
Geschikt voor het opnemen
van realistisch geluid met
een uitzonderlijke helderheid
zoals een live-opname van een
muziekinstrument of buiten in
de open lucht.
[LP]:
Geschikt om gedurende een
langere periode op te nemen.
a Map waarin het opgenomen
bestand is opgeslagen
b Opnamemethode
• Druk op de knop n om
tussen de opnamemethodes te
wisselen.
Basisopnameprocedure (Afb. 6)
1 De opnamemethode wijzigen.
2 Richt de ingebouwde microfoon
naar het op te nemen geluid.
3 Schuif de REC-schakelaar in
de richting van de pijl om het
opnemen te starten.
a Bestandsnummer/Totaal aantal
opgenomen bestanden in de
map
b Indicatie voicerecorderstatus
(tijdens opname)
c Verstreken opnametijd
• Het LED-indicatielampje licht op.
4 Schuif de REC-schakelaar in de
richting van de pijl om de opname
te stoppen.
d Bestandslengte
TIP:
• Zelfs wanneer de voicerecorder is
uitgeschakeld, start de opname
direct weer zodra u de
schakelaar omhoogschuift.
Afspelen
Naast bestanden die werden
opgenomen met de voicerecorder,
kunt u ook bestanden afspelen
in WMA-indeling die vanaf een
computer zijn overgezet.
Basisweergaveprocedure (Afb. 7)
1 Selecteer het af te spelen bestand in
de map waarin het bestand staat.
• Direct nadat u het bestand
hebt geselecteerd, wordt de
volgende bestandsinformatie
achter elkaar weergegeven.
a Huidig bestandsnummer
b Huidige map
c Opnamedatum
d Opnametijd
e Bestandslengte
f Bestand starten
2 Druk op de knop p om het
afspelen te starten.
g Indicatie voicerecorderstatus
(tijdens afspelen)
hVerstreken afspeeltijd
3 Druk op de knop + of – om het
volume in te stellen op het
gewenste niveau.
i Volume
• Het volume kan worden
aangepast tussen [00] en [30].
Hoe hoger de waarde, hoe
luider het volume.
• Als het volume te luid
is ingesteld, kan een
waarschuwing verschijnen.
4 Druk op de knop p om het
afspelen te stoppen.
De afspeelsnelheid wijzigen (Afb. 8)
1 Houd knop p ingedrukt tijdens
het afspelen.
REC
-
a Afspeelsnelheid
2 Druk op de knop + of –.
• De snelheid van het afspelen
kan worden aangepast tussen
[x0.5] en [x2.0] in stappen
van 0,1.
• Stel de instelling in op [x1.0] om
terug te keren naar de normale
afspeelsnelheid.
3 Druk op de knop p om de
instelling te voltooien.
Beperkingen voor snel afspelen
Afhankelijk van hun
bemonsteringssnelheid en bitsnelheid
worden sommige bestanden mogelijk
niet normaal afgespeeld. In dit geval
dient u de afspeelsnelheid te verlagen.
NL
81