NOVA 50S - NLFRENES - v1.0 - 20122013
NL
"Onderhoud vereist" batterij
De "onderhoud vereist" batterijen hebben doppen voor een toegang naar de kamers die de platen en de elektrolyt bevatten. Voor een
correcte werking en een lange levensduur van de batterij moet de elektrolyt op het maximum niveau blijven. Dit is vooral belangrijk
voor de lading. Tijdens het bijvullen, draag een veiligheidsbril en handschoenen. Gebruik gedistilleerd water, nooit leidingwater. Na
het bijvullen dienen de doppen verwijderd te blijven voor de duur van de lading.
Laadprocedure
Tijdens het opladen moet de spanning van de batterij voortdurend gecontroleerd en de laadstroom ingesteld worden.
1.
Stel de 12V/24V positieve kabel in, zodat deze op de correcte verbinding aangesloten wordt voor de batterij die u wilt opladen.
Aandacht! Controleer de correcte polariteit voordat u verder gaat. Een regeling op 24V voor een 12V batterij leidt tot schade.
2.
Sluit de positieve rode kabel (+) aan op de positieve klem (+) van de batterij.
3.
Sluit de negatieve zwarte kabel (-) aan op de negatieve klem (-) van de batterij.
4.
Om de beginnen met de batterij op te laden, zet de keuzeschakelaar Charger/Starter (5) op Charger.
5.
Zet de keuzeschakelaar MIN/BOOST (4) op MIN.
Sluit de lader aan de stroomvoeding aan en zet de schakelaar (3) op ON.
6.
7.
Controleer de spanning van de batterij met een geschikte meter, en wanneer de spanning 12V (of 24V), zet de keuzeschakelaar
MIN/BOOST (4) op BOOST.
8.
Blijf de spanning te controleren tijdens de lading en wanneer de batterij de maximale lading bereikt, ongeveer 14V (of 27V), zal
de ampèremeter nul weergeven als ingangsstroom. Op dit ogenblik, schakel de lader uit.
9.
Ontkoppel de lader van de stroomvoeding alvorens de laadkabels los te maken.
Startprocedure
1.
Sluit de starter aan de batterij van het voertuig aan. Zorg ervoor, dat de polariteit gerespecteerd wordt.
2.
Sluit de lader aan de stroomvoeding aan en schakel deze in.
Nota: Een assistent moet in het voertuig zitten, terwijl u de starter bedient.
Begin het voertuig op te starten, terwijl u de keuzeschakelaar Charger/Starter (5) op Starter zet voor maximum 3 seconden.
3.
Na elke poging moet u tenminste 120 seconden wachten, om de machine te laten afkoelen voor de volgende poging.
4.
Indien het voertuig na 5 pogingen niet opstart moet u wachten totdat de machine volledig afgekoeld is. Indien u verder gaat mat
de pogingen zal de temperatuur van de kabel verhogen en dit kan tot schade aan de machine veroorzaken of de netspanning
storen.
Afb. 1
®
3