5.1. Bedieningselementen
15
16
15)
Licht in koelgedeelte in-/uitschakelen
16)
Temperatuur in bovenste koelzone verhogen
17)
Temperatuur in bovenste koelzone verlagen
18)
Displayaanduiding
19)
Temperatuur in onderste koelzone verhogen
20)
Temperatuur in onderste koelzone verlagen
21)
Temperatuureenheid selecteren (°F/°C)
6. Informatie over het apparaat
•
Energieklasse B
•
Klimaatklasse N
De betekenis van de klimaatklassen staat in de volgende tabel:
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
U
P
P
E
R
Z
O
N
E
17
Betekenis
Apparaten voor een
subnormaal klimaat
Apparaten voor een gematigd
klimaat
Apparaten voor een
subtropisch klimaat
Apparaten voor een tropisch
klimaat
L
O
W
E
R
Z
18
19
Omgevingstemperatuur
O
N
E
20
21
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+16 °C tot +38 °C
+16 °C tot +43 °C
DE
FR
NL
ES
IT
75