4.2 Inschakelen en calibreren
Schakel het instrument in met een externe schakelaar (er bevindt zich geen AAN/UIT-scha-
kelaar op het instrument).
SET-CM verschijnt in het scherm.
Dit betekent dat de meeteenheid 'meter' is ingesteld.
Het scherm toont de lengte uitgevierde ketting
Druk op de 'UP'
ingestelde meeteenheid verschijnt in het scherm.
CM : meter
InC : voet
Druk op de 'UP'
heid te wijzigen.
CM : meter
InC : voet
Wanneer de gewenste meeteenheid in het scherm staat, wacht dan 5 seconden.
Om een juiste aanwijzing te verkrijgen, dient het instrument te worden afgesteld op de toe-
gepaste kettingschijf. Hiertoe dient de reductiefactor te worden ingegeven.
De van de fabriek uit ingestelde waarde voor de reductiefactor ver-
schijnt in het scherm, bijvoorbeeld P 55.
De reductiefactor moet nu worden ingesteld.
Raadpleeg de tabel om de juiste waarde van de reductiefactor te vinden.
Napoleon kettingschijf 1
Napoleon kettingschijf 2
Napoleon kettingschijf 3
4
060124.01
toets en houdt deze 3 seconden ingedrukt. De
toets of de 'DOWN'
10 mm DIN766, 3/8" BBB
10 mm ISO4565, 3/8" HT
toets om de meeteen-
Ketting
8 mm
Reductiefactor
P 57
P 59
Kettingteller CCFB