CP Electronics UHS5 Guia De Inicio Rapido página 9

NL
Basisprogrammering
Stan-
Parameter-
daard-
naam
waarde
SHIFT 1 SHIFT 2
Aan/hoger
Uit/lager
Looptest Uit
Time-out 1, 10 & 20
20 min.
(tijdinstelling)
minuten
Lux aan-
niveau
9
(schakel-
niveau aan)
Lichtniveau 6 (600)
Lux aan-
niveau
9
(schakel-
niveau uit)
Type belasting DALI
Gevoeligheid 9
Standaard
"Inbranden"
0
Aanwezig-
Aan-
heid/
wezigheid wezigheid
afwezigheid
Shift
Aantal keren op "shift"
0 1 2
SHIFT 1 SHIFT 2 SHIFT 1 SHIFT 2
Override
Aan Hoger annuleren
aan
Override
Uit Lager annuleren
uit
Aan Uit
5, 15 & 30
10 seconden
minuten
2, 5 & 7 4, 6 & 9
2 (200)
5 (500)
7 (700)
2, 5 & 7 4, 6 & 9
2 – Dali
7 – DSI
1, 5 & 9 3, 6 & 8
D
0 50 100
Aan-
Afwezigheid
drukken
3
Symbolen op
UHS5-handset
SHIFT 1 SHIFT 2
4 (400)
6 (600)
9 (999)
2 – D-ON
Beschrijving
Zet de lichten aan of breng de lichten
omhoog.
Zet de lichten uit of breng de lichten
omlaag.
Als deze optie op "Aan" is ingesteld, dan
knippert er een rode led op de sensor als
deze een beweging detecteert. Gebruik
deze functie om te controleren of de
gevoeligheidsniveaus goed ingesteld zijn.
Zodra de detector is ingeschakeld,
bepaalt deze waarde hoe lang de lichten
blijven branden als de beweging is
gestopt.
Lux-niveau-instelling om te voorkomen
dat de lampen worden ingeschakeld als
het omgevingslichtniveau voldoende is
(instelbaar tussen 1 en 9). De lampen
worden altijd op niveau 9 ingeschakeld.
Stelt een doellichtniveau in dat het
verlichtingssysteem dient te handhaven.
9 (999) = uitgeschakeld.
Lux-niveau-instelling schakelt de lampen
uit als het omgevingslichtniveau de
instelling overschrijdt (instelbaar tussen 1
en 9). Bij niveau 9 blijven de lichten altijd
aan. Deze instelling kan worden gebruikt
voor "vensterrij-schakeling" (window row
switching). Opmerking: de lux uit-waarde
moet altijd groter zijn dan de lux
aan-waarde.
Stelt het ballastregelprotocol in dat het
uitgangskanaal dient te gebruiken.
Gevoeligheidsniveau voor
bewegingsdetectie.
1 = lage gevoeligheid
9 = hoge gevoeligheid
Zet de eenheid terug naar de
standaardinstellingen.
Bepaalt hoe lang het vermogen op 100%
blijft, zodat de lampen "inbranden". De
"inbrandtijd" wordt niet beïnvloed door
stroomonderbrekingen.
In de aanwezigheidsmodus kan de
uitgang worden ingeschakeld als er
beweging wordt gedetecteerd en
uitgeschakeld als er geen beweging meer
is. In de afwezigheidsmodus kan de
uitgang worden uitgeschakeld als er geen
beweging meer is. Deze modus moet
eerst handmatig worden ingeschakeld.
Gebruik deze knop om de instellingen in
rood en blauw te selecteren, aangeduid
met de leds 'Shift 1' en 'Shift 2'
9