Het is van doorslaggevend belang dat u begrijpt hoe u de vrije-valafstand voor elke
werktoepassing moet berekenen om te voorkomen dat u in aanraking komt met een lager
gelegen niveau. Volg de onderstaande berekeningsmethode om de vereiste vrije--valaf-
stand te bepalen
[Berekening uitgaande van het werkniveau]
Maximale stopafstand
+ (factor voor werkpositie in niet staande
houding)
+ (factor voor zwaaiende val„ "
+ veiligheidsfactor van 0,9 m (3 ft)
= vereiste vrije-valafstand
BELANGRIJKE OPMERKINGEN:
van de berekening van de vrije-valafstand en de daarvan afhankelijke informatie te waarborgen.
Het is belangrijk dat u inzicht hebt in de andere factoren, zoals of de gebruiker zijn werkzaamheden
in een staande, zittende, gehurkte of liggende houding verricht, en/of de gebruiker in een rechte lijn
onder het ankerpunt werkt of onder een hoek, die van invloed kunnen zijn op de valafstand bij het
ervan uit dat de medewerker de werkzaamheden in staande houding verricht. Voert de gebruiker
de werkzaamheden in een gehurkte of knielende houding uit, dan is een extra vrije-valafstand van
0,9 m (3 ft) vereist. Voert de gebruiker de werkzaamheden in liggende houding uit, dan is een extra
vrije-valafstand van 1,5 m (5 ft) vereist.
ook vanuit dat de medewerker in een rechte lijn onder het ankerpunt werkt, waarbij de mogelijkheid
voor een zwaaiende val tot het minimum is beperkt. In een situatie dat een zwaaiende val kan
voorkomen wordt de totale valafstand langer dan wanneer de medewerker in een rechte lijn onder
het ankerpunt werkt. Bij bepaalde toepassingen is het niet mogelijk om in een rechte lijn onder het
ankerpunt te werken. In dat geval moet de medewerker de valafstand vermeerderen met de factor
voor een zwaaiende val. In alle gevallen mag de medewerker niet worden blootgesteld aan een
zwaaiende val waarbij hij in botsing kan komen met een ander voorwerp.
de voor uw toepassing vereiste
bepalen.
(voir Fig. 8a, 8b, 8c & 8d.)
47
-
Fig. 8a