LED's
M1
OFF geeft een storing weer van de voedingsmodule
M2
OFF geeft het ontbreken van de netspanning aan (230 V
- controleer of er netspanning aanwezig is;
~
- controleer of zekering 17 intact is;
- controleer of de voedingsmodule correct verbonden is met de electronische controlemodule.
OFF geeft een storing weer van de uitgangsspanning op klemmen [O1], [O2] o [O3]:
_1
- in geval van afwezigheid van de netspanning (LED ~ OFF);
_2
- controleer of de batterij (en) aangesloten en geladen zijn (LEDs A , a y s OFF);
_3
- controleer of het stroomverbruik de 1.8A niet overschrijdt: de voedingsspanning
zal hersteld worden als het stroomverbruik terug onder de toegestane limiet komt.
ON geeft aan dat de uitgangsspanning van de voedingsmodule onderbroken w
erd tengevolge het overschreiden van de veiligheidsdrempel (PS-12 = 15V y en la
PS-24 = 34V). Deze toestand kan schade aan de batterij(en) en de aangesloten elementen
m
aanrichten. Als de uitgangsspanning terug beneden de veiligheidsdrempel zakt zal
de voedingsmodule automatisch terug aangesloten worden, indien dit niet het geval
is dient de voedingsmodule vervangen te worden.
ON geeft aan dat de batterij(en) afgesloten werden tengevolge van een daling van de
spanning beneden de veiligheidsdrempel (PS-12 = 9.5V y en la PS-24 = 19V). Deze toestand
a
kan schade aan de batterij(en) aanrichten. De batterij(en) worden automatisch terug
aangesloten op het moment als deze terug opgeladen zijn door de voedingsmodule.
ON geeft een batterijstoring weer. Als deze toestand optreedt terwijl de netspanning afwezig
is (LED ~ OFF), zal er geen voedingsbron beschikbaar zijn. Controleer of zekering 21
A
intact is. Controleer eveneens of de batterij(en) zijn aangesloten en of de spanning
hoger dan de drempelspanning is. De batterij(en) dienen opgeladen te worden indien
de gemeten spanning lager dan de drempelspanning is.
ON geeft weer dat de batterij(en) leeg zijn. Als de netspanning eveneens afwezig is
(LED ~ OFF), zullen de elementen aangesloten op de voeding zonder spanning vallen.
s
Laat de batterij(en) gedurende meerder uren opladen, indien deze niet opladen dienen
ze vervangen te worden.
CONNECTOREN
1[O1] 3[O2] 5[O3] Voedingsuitgangen, beveiligd door automat. zekering
2-4-6-14 [- - - - ]
7-8 [AS]
9 [AV.RETE]
10 [SW.DIS]
11 [B DIS]
12 [B ASS]
13 [B BAS]
(*)
27.6V bij een PS-24 en 13.8V bij een PS-12.
(**) Een maximum stroomafname van 1.8A is mogelijk op iedere uitgang, echter mag de totale
(**)
stroomafname op de klemmen
(**)
voedingsunit niet overschrijden (zie technische kenmerken).
BESCHRIJVING
Aardingsklemmen
Storingsrelais: normaal toestand is afh. van jumperinstelling 24
(zie Fig. 2)
Open collector uitgang voor Netspanningstoring,
gaat naar 0V als de LED ~ OFF dooft.
Open collector uitgang voor Onderbreking voedingsmodule,
gaat naar 0V als de LED m oplicht
Open collector uitgang voor Onderbreking batterij(en),
gaat naar 0V als de LED a oplicht
Open collector uitgang voor Batterij(en) niet aanwezig,
gaat naar 0V als de LED A oplicht
Open collector uitgang voor Lage Batterijspanning,
gaat naar 0V als de LED s oplicht
1[O1], 3[O2] en 5[O3]
BESCHRIJVING
~ ):
het maximum stroomverbruik van de
v (V)
i (A)
(*)
(**)
0
–
–
–
0
0.1
0
0.1
0
0.1
0
0.1
0
0.1