2
Druk de aan/uitknop naar achteren om het apparaat uit te schakelen (fig. 3).
Schakel het apparaat altijd uit voordat u accessoires bevestigt of verwijdert.
Borstel
De borstel kan gebruikt worden om kwetsbare oppervlakken te reinigen.
Bevestig de borstel aan de apparaatzuigmond (fig. 4).
Slang
U kunt de slang gebruiken om een groter bereik te hebben met de borstel.
1
Steek de apparaatzijde van de slang in de apparaatzuigmond (fig. 5).
2
Steek de borstelzuigmond in de zuigmondzijde van de slang (fig. 6).
Buis en zuigmond
De zuigmond kan zowel op tapijt als op harde vloeren gebruikt worden.
1
Bevestig de buisdelen aan elkaar door het smalle gedeelte in het bredere gedeelte te
schuiven en tegelijkertijd een beetje te draaien.
2
Bevestig de buis aan de slang met behulp van het aansluitstuk (fig. 7).
3
Bevestig de zuigmond aan het andere uiteinde van de buis (fig. 8).
Geïntegreerde spleetzuiger
De spleetzuiger kan gebruikt worden om snel en makkelijk moeilijk bereikbare plekjes te zuigen.
1
Duw de ontgrendelknop in de richting van het handvat om de spleetzuiger te ontgrendelen
en klap hem met uw vrije hand uit (fig. 9).
2
Duw de spleetzuiger zo ver mogelijk in de apparaatzuigmond om hem vast te zetten (fig. 10).
Op de volgende wijze bevestigt u de spleetzuiger weer op de behuizing van het apparaat:
3
Trek de spleetzuiger uit de apparaatzuigmond (fig. 11).
4
Klap de spleetzuiger terug op de behuizing van het apparaat totdat hij vastklikt (fig. 12).
Schoonmaken
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat schoonmaken.
1
Reinig het apparaat met een vochtige doek.
Het stofvak legen
Zorg ervoor dat u regelmatig het stofvak leegt en het filter schoonmaakt.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het stofvak leegt en het filter schoonmaakt.
1
Druk de stofvakontgrendelknop in (fig. 13).
2
Neem het stofvak van het apparaat (fig. 14).
3
Trek de filterhouder uit het stofvak (fig. 15).
4
Gooi het stofvak leeg in een afvalemmer (fig. 16).
NEDERLANDS
17