NL
Let er bij het leggen van de aangesloten leidingen op dat er geen druk door gewicht, trillingen of spanningen op
de pomp wordt uitgeoefend. Bovendien mogen de aangesloten leidingen geen knikken of tegenhellingen
vertonen.
Raadpleeg ook de afbeeldingen in het aanhangsel aan het einde van deze handleiding. De cijfers en andere
gegevens die hierna tussen haakjes worden vermeld, verwijzen naar deze afbeeldingen.
4.2.
Installatie van de aanzuigleiding
De ingang van de aanzuigleiding moet van een terugslagventiel met aanzuigfilter zijn
voorzien.
Gebruik een aanzuigleiding (2) die dezelfde diameter heeft als de zuigaansluiting (1) van de pomp. Bij een
aanzuighoogte (HA) van meer dan 4 m is het echter raadzaam een leiding met een 25 % grotere diameter te
gebruiken en deze d.m.v. passende vernauwingsstukken met de aansluitingen te verbinden.
De ingang van de aanzuigleiding moet van een terugslagventiel (3) met aanzuigfilter (4) zijn voorzien. De filter
biedt bescherming tegen grotere vuildeeltjes in het water, die de pomp of het leidingsysteem zouden kunnen
verstoppen of beschadigen. Het terugslagventiel voorkomt het afnemen van de druk na het uitschakelen van de
pomp. Bovendien vereenvoudigt het de ontluchting van de aanzuigleiding door het bijvullen van water. Het
terugslagventiel met aanzuigfilter - dus de ingang van de aanzuigleiding - moet zich tenminste 0,3 m onder het
oppervlak van de te verpompen vloeistof bevinden (HI). Zo kan worden voorkomen dat lucht wordt aangezogen.
Zorg voor voldoende afstand tussen aanzuigleiding en de bodem of oevers van beken, rivieren, vijvers etc. om
het aanzuigen van stenen, planten etc. te voorkomen.
4.3.
Installatie van de drukleiding
De drukleiding (11) brengt de te verpompen vloeistof van de pomp naar het aftappunt. Om stromingsverliezen te
voorkomen, is het raadzaam een drukleiding te gebruiken, die tenminste dezelfde diameter heeft als de
drukaansluiting (5) van de pomp. Breng direct na de pompuitgang een terugslagventiel (6) in de drukleiding aan,
om de pomp tegen beschadiging door drukstoten te beschermen.
Bovendien raden wij aan achter pomp en terugslagventiel een afsluitventiel (7) te installeren, zodat
onderhoudswerkzaamheden gemakkelijker kunnen worden uitgevoerd. Als u dan bij demontage van de pomp het
afsluitventiel sluit, kan de drukleiding niet leeglopen.
4.4.
Vaste installatie
Als u kiest voor een vaste installatie, zorg er dan voor dat de stekker altijd goed toegankelijk
en zichtbaar is.
Bevestig de pomp op een geschikte, stevige ondergrond, als u deze vast wilt installeren. Om trillingen te
verminderen, is het raadzaam vibratiedempend materiaal - bijvoorbeeld een rubberlaag - tussen pomp en
ondergrond aan te brengen.
Doeltreffende trillingsdempers zijn bij T.I.P. als accessoires onder artikelnummer 30943 verkrijgbaar.
4.5.
Gebruik van de pomp bij zwembaden, tuinvijvers en soortgelijke locaties
Het gebruik van de pomp bij zwembaden, tuinvijvers en soortgelijke locaties is uitsluitend
toegestaan als er geen mensen met het water in aanraking zijn.
Voor gebruik bij zwembaden, tuinvijvers en soortgelijke locaties moet de pomp in combinatie met een
aardlekschakelaar (FI-schakelaar) met een nominale lekstroom van ≤ 30 mA worden gebruikt
(DIN VDE 0100-702 en 0100-738). Vraag bij uw elektrospeciaalzaak na of uw installatie aan deze voorwaarden
voldoet.
Het gebruik op soortgelijke locaties is uitsluitend toegestaan als de pomp stabiel en beveiligd tegen overstromend
water op een minimumafstand van twee meter van de waterrand is opgesteld en door een stabiele houder wordt
voorkomen dat de pomp in het water kan vallen. Het toestel dient hiertoe d.m.v. de hiervoor bedoelde
bevestigingspunten met schroeven aan de ondergrond te worden bevestigd.
5.
Elektrische aansluiting
Het toestel beschikt over een netsnoer met stekker. Om gevaren te voorkomen, mogen het netsnoer en de
stekker uitsluitend door een vakman worden vervangen. Draag de pomp nooit aan het netsnoer en gebruik het
snoer niet om de stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm de stekker en het netsnoer tegen hitte, olie en
scherpe randen.
41
3
NL