Groep 2 / 3
(Voor kinderen van 15-36 kg)
•
Maak de gordel los, rijg het gordelsysteem
1
en de vulling uit de metalen beugels aan de
achterkant van het autostoeltje en leid ze
door het autostoeltje naar voren.
•
Verwijder de schouderkussentjes en riem-
gespen van de riem.
•
Vouw de riem samen zodat deze achter de
afdekking in de uitsparing op de rugleuning
kan worden opgeborgen.
•
Om de riemgesp te verwijderen, rijgt u de
riem door het H-vormige bevestigingspunt.
•
Bewaar alle verwijderde onderdelen op een
veilige plaats.
•
Plaats het autostoeltje op het autostoeltje
2
en plaats het naar voren.
•
Druk op de beide Isofix-connectorknoppen
aan beide zijden om de Isofix-connectoren
in de lengte te verlengen.
•
Steek de Isofix-connectoren in de inbrenghul-
pmiddelen en druk erop tot ze op hun plaats
klikken.
•
Het display aan beide zijden wordt alleen
groen als de aansluitingen zijn gemaakt.
Trek het autostoeltje naar de rugleuning toe
tot het stevig staat.
•
Plaats het kind in het autostoeltje.
3
•
Stel de hoogte van de hoofdsteun zo
in dat de rode gordelgeleider onder de
hoofdsteun vrij blijft.
•
Leid de autogordel door de rode gordelgelei-
der onder de hoofdsteun van het autostoeltje.
•
Zorg ervoor dat de heupgordel door de zij-
kant van het autostoeltje loopt.
•
Zorg ervoor dat met name de heupgordel
strak zit en zo diep mogelijk over het bekken
van het kind loopt.
•
Sluit de driepuntsgordel met de gesp op het
autostoeltje. Zorg ervoor dat de driepunts-
gordel niet gedraaid is.
•
Trek de driepuntsgordel van het voertuig zo
strak mogelijk aan en controleer of het au-
tostoeltje goed vastzit.
- 13 -
NL