70 | Nederlands
Digitale inspectiecamera
Beschermklasse van de behuizing
A) vrij van bedauwing
Het serienummer (15) op het typeplaatje dient voor een duidelijke identificatie van uw inspectieca-
mera.
Montage
Energievoorziening
De inspectiecamera kan met gangbare batterijen worden gebruikt.
Voor het openen van het batterijvakdeksel (17) duwt u op de vergrendeling (16) en ver-
wijdert u het batterijvakdeksel (17). Plaats de batterijen. Let er hierbij op dat de polen
juist worden geplaatst volgens de afbeelding op de binnenkant van het batterijvak.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterijen van één fabrikant en met
dezelfde capaciteit.
Haal de batterijen uit de inspectiecamera, wanneer u deze langere tijd niet ge-
u
bruikt. De batterijen kunnen bij een langere periode van opslag corroderen en zich-
zelf ontladen.
Aanwijzing: De band (20) in het batterijvak is bedoeld om batterijen gemakkelijk weg te
nemen.
Oplaadtoestand
In de fotomodus in de statusbalk wordt bij het indrukken van een toets altijd de laadtoe-
stand van de batterijen aangegeven. Wanneer het batterijsymbool leeg is, moet u de bat-
terijen vervangen, inspecties zijn niet meer mogelijk.
Spiegel, haak of magneet monteren (zie afbeeldingen A en B)
De spiegel (22), de haak (23) of de magneet (25) kan als hulpmiddel op de
camerakop (10) worden gemonteerd.
Haak de spiegel (22) of de haak (23) in een van de twee gaten (9) op de
camerakop (10) en schuif de huls (24) voor bevestiging erop (zie afbeelding A).
Schuif de magneet (25) in de huls (24) en haak deze in een van de twee gaten (9) op de
camerakop (10). Schuif de huls (24) voor bevestiging erop (zie afbeelding B).
Aanwijzing: De magneet (25) en de haak (23) zijn uitsluitend beschikt voor het bewe-
gen en verwijderen van loszittende, kleine en lichte voorwerpen. Bij te sterk trekken kan
de inspectiecamera of het hulpmiddel worden beschadigd.
1 609 92A 69V | (26.01.2021)
UniversalInspect
–
Bosch Power Tools