Sensoren koppelen
Om nieuwe sensoren (bijv. voor fiets 2) met de computer te koppelen,
opent u het hoofdmenu en kiest u „Sensor".
Snelh. ID1 = snelheidssensor fiets 1
Trapfr. ID1 = trapfrequentiesensor fiets1
Hartfr. ID = Hartslagsensor
Snelh. ID2 = snelheidssensor fiets 2
Trapfr. ID2 = trapfrequentiesensor fiets2
Selecteer het ID dat u wilt koppelen. Druk op de S-knop om opnieuw te
koppelen. De computer zoekt nu naar sensoren. Zorg ervoor dat de sensor
in de buurt en geactiveerd is. Activeer de sensor door de magneet langs de
sensor te bewegen. Bij succesvolle koppeling wordt het ID-nummer van de
sensor weergegeven.
Let op: Deze procedure kan door andere sensoren in de buurt worden ge-
stoord. Zorg ervoor dat er zich geen andere actieve sensoren in een cirkel
van minimaal 5 meter bevinden.
143