Interface
AC
WAARSCHUWINGEN:
De DC ingangsklemmen moeten worden gevoed door een bron die galvanische
scheiding bieden tussen ingang en uitgang, om te voldoen aan de geldende
veiligheidsvereisten van IEC 61010-1
Alle veldbekabeling moet zijn voorzien van een isolatie die geschikt is voor
nominale spanningen.
Opmerkingen:
•
Een veiligheidsautomaat, of schakelaar in de installatie van het gebouw, gemarkeerd als
de UIT-schakelaar, moet zich in de buurt bevinden van de apparatuur en binnen
handbereik van de operator zijn.
•
Relaiscontactklemmen moeten worden gebruikt met instrumenten die geen toe-
gankelijke onderdelen die onder spanning staan hebben. De bekabeling moet voor ten-
minste 250 V zijn geïsoleerd.
•
Dit product is gevoelig voor elektrostatische schokken. Hanteer correcte
aardingsprocedures.
Bedrading
relaisuitgang
Alle relais worden weergegeven in
afgevallen (niet bekrachtigde)
toestand.
Voeding
AC uitvoering
100 ... 230 V AC voedingsspanning
7ML19981XB81
DC - relaisuitgang
Optionele transistoruitgang - alleen DC
uitvoering
18 ... 30 V
DC uitvoering
18 ... 30 V AC voedingsspanning
Pointek ULS200 – QUICK START HANDLEIDING
DC - transistoruitgang
Pagina NL-7