ONDERDELEN
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
1. Bovenklep
2. Diepvriesvak
3. Temperatuur
4. Legger
TRANSPORT EN BEHANDELING
Houd tijdens het transport de basis vast en til de koelkast voorzichtig op met een hoek
van 45 graden naar beneden. Houd de deurklink nooit als steun vast. Plaats het nooit
ondersteboven of horizontaal. Duw de koelkast op zijn basis en plaats hem met behulp
van zijn rolvoeten.
INSTALLATIE
Om het toestel stabiel te bevestigen, moet het op een vlakke en stevige ondergrond
worden geplaatst. Het mag niet op een zacht materiaal worden geplaatst. Kies een
goed geventileerde plaats. Er moet een ruimte van ten minste 5 cm aan de zijkanten
en 10 cm aan de achterkant van de koelkast worden vrijgelaten. Kies een plaats waar
er geen warmtebron is. Houd de koelkast uit de buurt van direct zonlicht of andere
apparaten die warmte produceren. Kies een droge en goed geventileerde plaats
waar geen bijtende lucht aanwezig is.
TEST
Reinig de onderdelen van de koelkast met lauw water op een zachte doek, met een
neutraal reinigingsmiddel en met helder water. Veeg ze daarna droog.
Opmerkingen: Elektrische onderdelen van de koelkast kunnen alleen met een droge
doek worden afgeveegd. Zet de thermostaatknop op stand "3" en schakel de elektri-
citeit in. De compressor en het licht in de koelkast beginnen te werken. Sluit de deur en
wacht 30 minuten. Als de temperatuur in het vriesvak duidelijk is gedaald, geeft dit aan
dat het koelkastsysteem goed werkt. Wanneer de koelkast enige tijd in bedrijf is,
zal de temperatuurregelaar de temperatuur automatisch instellen op voorwaarde dat
de deur niet te vaak wordt geopend. Als de bovenstaande stappen succesvol zijn
verlopen, zijn de proefnemingen beëindigd. De koelkast werkt normaal.
5. Groentelade
6. Verstelbare poten
7. Flessenrek
8. Groot flessenrek
7
8
8