16. AANSLUITINGEN:
Fig. 1.0 : Aansluiting d.m.v een transformator (2x8V/0,5A)
Fig. 2.0 : Aansluiting d.m.v een batterij (9V)
Inspecteer de volledige montage op montagefouten alvorens de spanning aan te sluiten.
17. TEST EN GEBRUIK:
Zet alle trimmers in de middenstand.
Sluit een luidsprekertje van minimum 4 ohm aan op de punten LS.
Sluit de transformator (8V-0-8V) aan op de punten VAC (Fig. 1.0).
De middenaftakking (0) komt aan de massa (GND, de middelste van de drie VAC pennen). De schakeling kan ook met
gelijkspanning (9 tot 12V, niet gestabiliseerd) gevoed worden: de min komt dan aan GND (de middelste pen), de plus aan een
van de pennen A of B (Fig. 2.0).
Maak een beetje lawaai, uw trouwe hond zal prompt van zich laten horen.
Met RV1 (TRIG LEVEL) regelt u de gevoeligheid van de detector. Als de schakeling te gevoelig blijkt mag u voor R20 een
kleinere waarde monteren bv. 1M of 470K.
Met RV4 (VOLUME) kan u de geluidssterkte instellen.
Met RV3 kan u de toonhoogte van het blafgeluid bijregelen. U kan een ander ras kiezen door J1 te verwijderen en J2 te
monteren.
Na elke triggering gaat de schakeling nog een tijdje nablaffen. Met RV2 kan u deze tijd bijregelen. Indien gewenst kan
de schakeling ook getriggerd worden door andere detectoren: het volstaat de TRIG punten kort te sluiten met een
relaiscontact, drukknop of dergelijke, om de hond te laten blaffen.
Condensator C3 zorgt ervoor dat de hond niet blijft blaffen zo lang als de TRIG kontakten gesloten zijn. Wenst u dit juist
wel (vb bij rookdetectie), dan mag u condensator C3 vervangen door een draadbrug. Als u een 4 ohm hoornluidspreker
gebruikt zal het volume meestal wel voldoende blijken. Mocht u toch een krachtiger versterker wensen, dan kan die
aangesloten worden op AF OUT. Let op de polariteit! Monteer voor C16 een MKM condensator van 100nF. Als u zeker
bent dat de vermogenversterker al een condensator aan de ingang heeft mag u voor C16 ook een draadbrug monteren.
4