• Sommige draadloze apparaten kunnen storingen veroorzaken in medische
implantaten en andere medische apparaten, zoals pacemakers, cochleaire
implantaten en hoorapparaten. Raadpleeg de fabrikant van uw medische
apparaten voor meer informatie.
• Houd bij gebruik het apparaat op minimaal 30 cm afstand van medische
apparaten.
• Houd het apparaat droog. Gebruik het apparaat niet in stoffige, vochtige of vuile
omgevingen. Dergelijke omgevingen kunnen storingen aan het apparaat
veroorzaken.
• Gebruik het apparaat niet tijdens onweer: hierdoor kunnen storingen aan het
apparaat of schokgevaren worden veroorzaakt.
• Gebruik het apparaat alleen binnen het toegestane bereik van -10 ° C tot +45 ° C
en stel het alleen bloot aan temperaturen binnen het toegestane opslagbereik van
-40 ° C tot +70 ° C. Extreme hitte of koude kan storingen aan het apparaat
veroorzaken.
• Als de oplaadadapter moet worden vervangen, moet de uitgang van de adapter
overeenkomen met de specificaties van de draadloze oplader en tevens voldoen
aan de norm IEC60950-1.
• Als het apparaat op een USB-poort moet worden aangesloten, zorg dan dat de
USB-poort USB-IF-gecertificeerd is en dat deze voldoet aan de USB-IF-normen.
• Houd het apparaat uit de buurt van overmatige warmtebronnen en direct zonlicht.
Plaats het niet op of in warmtebronnen, zoals een magnetron, oven of radiator.
• Voer het apparaat af in overeenstemming met de plaatselijke vereisten. Gooi het
apparaat niet weg met het normale huishoudelijke afval. Respecteer lokale wetten
met betrekking tot de verwijdering van apparaten en de bijbehorende accessoires,
en steun recyclinginspanningen.
• Houd het apparaat buiten het bereik van kinderen en huisdieren, om te
voorkomen dat ze het per ongeluk doorslikken en stikken.
• Houd het apparaat en de bijbehorende accessoires (die kleine componenten
kunnen bevatten) buiten het bereik van kinderen. Anders kunnen kinderen het
apparaat en de bijbehorende accessoires per ongeluk beschadigen of de kleine
componenten inslikken, wat kan leiden tot gevaren zoals verstikking.
• Om kortsluiting en oververhitting te voorkomen, mag het apparaat niet vallen,
worden samengedrukt of doorboord.
• Het wordt afgeraden het apparaat aan te sluiten op niet-goedgekeurde of
incompatibele voedingen, laders of batterijen, aangezien dit gevaren zoals brand
kan veroorzaken.
• Laad niet draadloos een apparaat op dat niet voldoet aan de Qi-standaard en
vermijd langdurige plaatsing van metalen voorwerpen op het oppervlak van de
draadloze oplader. Deze kunnen extra warmte opwekken en storingen aan het
apparaat veroorzaken.
36