O-ringen op de injectorinzet schuiven
en bestrijken met een dun laagje silico-
nevet.
Injectorinzet in de injector schuiven en
met een platte schroevendraaier
12x2 mm handvast aanspannen.
Adapter op de injector schroeven en
aanspannen.
1 Schroef
2 Veiligheidsklem
3 Schuifbeugel
Schroeven eruit draaien.
Veiligheidsklem eruit trekken.
Duwbeugel naar omhoog trekken.
1 Injector
2 Veiligheidsklem
Injector in het apparaat plaatsen.
Duwbeugel naar omlaag schuiven tot
de injector in de aansluiting van de
slangtrommel zit.
Beide veiligheidsklemmen aanbrengen.
Schroeven opnieuw indraaien en aan-
spannen.
20
Straalpijp met verschillende
standen monteren (alleen Inno-
Standaard straalpijp van het handspuit-
pistool schroeven.
Straalpijp met verschillende standen op
het handspuitpistool monteren.
Standaard hogedruksproeier op de lan-
ge buis van de straalpijp monteren.
Schuimsproeier monteren
1 Schuimsproeier
2 Rondstraalsproeier
3 Mof
4 Straalpijp / straalpijp met verschillende
standen
Mof in de rondstraalsproeier leggen (let
op de positionering).
Sproeier met mof in de schuimsproeier
plaatsen.
Inno-Foam-set: voorgemonteerde
schuimsproeier op de korte buis van de
straalpijp met verschillende standen
schroeven.
Easy-Foam-set: voorgemonteerde
schuimsproeier in de plaats van de ho-
gedruksproeier op de straalpijp schroe-
ven.
Schuimsproeier met steeksleutel
SW 27 vastzetten.
– 2
NL
Foam-set)