VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ELEKTRISCHE BLAZER / ZUIGER
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
A) VOORBEREIDING
1) Lees aandachtig de gebruiksaanwijzingen. Zorg dat u
vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en in staat bent de
machine op de juiste wijze te gebruiken. Leer de motor snel
af te zetten.
2) Gebruik de machine alleen voor het doel waarvoor het
bestemd is, d.w.z.
– de verplaatsing en het opstapelen middels blazen, van bla-
deren, gras, allerlei afval met gering gewicht en beperkte af-
metingen;
– het opzuigen en verzamelen van bladeren, gras, allerlei
afval met gering gewicht en beperkte afmetingen, behalve
vloeistoffen van eender welke aard.
Het is absoluut verboden de machine te gebruiken voor het
opstapelen of verzamelen van ontvlambare of ontplofbare
producten, warme kolen of brandend materiaal zonder vlam,
brandende sigaretten, stukken glas, snijdende fragmenten,
metalen voorwerpen, stenen en alle andere zaken die ge-
vaarlijk kunnen zijn voor de veiligheid van de bediener en
derden.
Elk ander doel waarvoor de machine wordt gebruikt kan ge-
vaarlijk zijn en zou de machine kunnen beschadigen.
3) Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt door kinde-
ren of door personen die niet vertrouwd zijn met deze aan-
wijzingen. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk geregle-
menteerd zijn.
4) Deze machines mogen gebruikt worden door kinderen
vanaf de leeftijd van 8 jaar en door personen met beperkte fy-
sische, sensorische of geestelijke capaciteiten en/of gebrek-
kige kennis, op voorwaarde dat ze door iemand gecontroleerd
worden of gevormd werden voor het gebruik van de machine
in veiligheid en de mogelijke gevaren ervan begrepen hebben.
Het is verboden voor kinderen met de machine te spelen. De
reiniging en het onderhoud ten laste van de gebruiker mogen
niet door kinderen uitgevoerd worden.
5) Gebruik de machine in geen geval:
– indien de gebruiker moe is, zich niet fit voelt of genees-
middelen, drugs, alcohol of schadelijke stoffen ingenomen
heeft die zijn reactievermogen en aandacht kunnen ver-
minderen.
6) Indien men de machine aan derden wil geven of lenen,
moet men zich ervan verzekeren dat de gebruiker de ge-
bruiksaanwijzingen in dit handboek doorneemt.
7) Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de
gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene
gebeurtenissen die personen of hun eigendommen kunnen
overkomen.
B) VÓÓR HET GEBRUIK
1) Tijdens het werken moet gepaste kledij gedragen worden
die de gebruiker niet hindert in zijn bewegingen.
– Gebruik aanpassende beschermende kledij, trillingdem-
pende handschoenen, beschermende bril, anti-stofmas-
kers, gehoorbeschermers en anti-snij schoenen met anti-
slipzool.
– Draag geen sjaals, hemden, kettingen of andere hangende
of brede accessoires die in de machine verklemd kunnen
geraken.
– Lang haar wordt zorgvuldig bijeengebonden.
2) Ga vóór het gebruik over op een nauwgezette controle van
de werkzaamheid van de machine, en in het bijzonder:
– de stopschakelaar van de motor moet makkelijk van de
ene stand in de andere gebracht kunnen worden;
– de handgrepen en beschermingen van de machine moeten
schoon, droog, en stevig bevestigd zijn op de machine;
– de beschermingen mogen geenszins beschadigd zijn;
– de rotor mag niet beschadigd zijn.
– de opvangzak mag niet beschadigd zijn.
3) Controleer grondig heel de werkzone en verwijder met de
hand al wat door de machine weggeschoten zou kunnen wor-
den (bij gebruik als blazer) of wat de zuigbuis zou kunnen ver-
klemmen (bij gebruik als zuiger) of wat oorzaak van gevaar
zou kunnen zijn (stenen, takken, ijzerdraden, beenderen,
enz.).
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1) Monteer geen apparaten of toebehoren op de machine die
niet voorzien en gehomologeerd werden door de fabri-
kant.
2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
3) Gebruik de machine in geen geval:
– zonder alle toebehoren gemonteerd te hebben die voor ie-
der gebruik voorzien zijn (blazen of zuigen);
– als er personen, in het bijzonder kinderen of dieren in de
buurt zijn;
– in gesloten omgevingen, bij aanwezigheid van uitwase-
mingen, in ontplofbare omgevingen of nabij ontvlambare
materialen of elektrische apparaten.
4) Blijf stil en stabiel staan:
– vermijd zoveel mogelijk te werken op een natte of glib-
berige grond, of in ieder geval op te oneffen of steile terrei-
nen die de stabiliteit van de gebruiken tijdens het werken
niet kunnen garanderen;
– loop niet maar ga normaal en let op oneffenheden van het
terrein en de aanwezigheid van eventuele hindernissen.
– beoordeel de mogelijke risico's verbonden met het te be-
werken terrein en tref alle noodzakelijke voorzorgsmaatre-
gelen om borg te staan voor de eigen veiligheid, vooral op
hellingen, oneffen, glibberige of mobiele terreinen.
5) Start de motor terwijl de machine stevig vastgehouden
wordt:
– zorg ervoor dan de andere personen zich op een afstand
van minstens 15 meter uit de draagwijdte van de machine
bevinden;
6) Overbelast de machine niet en gebruik geen kleine ma-
chine om zware werken te verrichten; het gebruik van een ma-
chine met aangepaste afmetingen zal de risico's beperken en
de kwaliteit van het werk verbeteren.
7) Zorg ervoor niet krachtig tegen vreemde voorwerpen te sto-
ten en let aandachtig op het wegschieten van materiaal en
stof, veroorzaakt door de lucht; richt de luchtstraal niet op per-
sonen of dieren.
8) Steek geen voorwerpen met de hand in de zuigopening (bij
gebruik als zuiger) en vermijd omvangrijke voorwerpen op te
zuigen die de rotor kunnen beschadigen.
9) Tijdens de werking, moet men de handen ver van de zuig-
rooster en van de ejectie–opening van de lucht houden en de
luchtdoorgang niet verhinderen.
10) Schakel de motor uit:
– wanneer u de toebehoren voor het blazen of zuigen mon-
teert of verwijdert;
– telkens wanneer u de machine onbeheerd achterlaat;
– tijdens verplaatsingen tussen werkzones.
11) Leg de motor stil en koppel de machine los van het elek-
triciteitsnet:
– vóórdat u de machine controleert, schoonmaakt of eraan
werkt;
– nadat er een vreemd voorwerp opgezogen is. Controleer de
machine op eventuele beschadigingen en voer de nodige
reparaties uit alvorens de machine opnieuw te gebruiken;
– indien de machine op abnormale wijze begint te trillen;
– wanneer de machine niet gebruikt wordt.
12) Om brandgevaar te voorkomen, de machine niet met
warme motor achterlaten op bladeren, droog gras, of ander
ontvlambaar materiaal.
13) – Houd de kabel achter de schouders en ver van de
machine verwijderd.
– Indien een kabel beschadigd wordt tijdens het gebruik,
NL
5